spronkelijk grotendeels in handen van Wisse van Koudekerke en in Zandijk met Veere van Wolfert van Borsele. Nu hebben ambachtsheren op basis van het Zeeuwse landrecht alleen de civiele rechtspraak en de lage jurisdictie in cri minele zaken. Zij kunnen aan een haven plaats dus nooit een stadsrecht geven zoals dat van Middelburg of Zierikzee, waar het stadsbestuur een veel uitgebrei dere rechtsmacht bezit. Kort gezegd, ambachtsheren kunnen nu eenmaal geen bestuurlijke en rechterlijke bevoegdheden overdragen die zij zelf niet bezitten. De enige die dan met zijn hogere gezag hulp zou kunnen bieden is de graaf, maar dit gebeurt in de 13e eeuw eenvoudigweg niet. De verhouding tussen Floris V en de ambachtsheren is slecht. De graaf heeft de grootste moeite zijn gezag over hen te handhaven, en hij heeft er zeker geen belang bij de economische ontwikkeling en aantrekkingskracht te bevorderen van ambachtsheerlijke havenplaatsen. Maar wanneer Floris V in 1294 een deel van de ambachtsheerlijkheid Vlissingen heeft gekocht, en in 1304, na de Vlaams- Hollandse oorlog, door confiscatie prak tisch de hele ambachtsheerlijkheid van Vlissingen in handen van de graaf komt, geeft graaf Willem III Nieuw-VIissingen zeer snel een eigen bestuur, er komt een eigen parochiekerk, en in 1315 wordt in Vlissingen het volledige stadsrecht van Zierikzee ingevoerd. Conclusie Eind 13e eeuw liggen de hoofdlijnen van de nederzettingsstructuur op het oude land van Walcheren voor eeuwen vast. Eigenlijk in grote lijnen tot in onze tijd; al is er jammer genoeg juist de laatste decennia, vooral door de herverkaveling na de inundatie van 1944, veel van de his torische structuur, het oude verkaveling patroon en het oude netwerk van wegen verdwenen. Den Spiegel, januari 2000 11

Tijdschriftenbank Zeeland

Den Spiegel | 2000 | | pagina 13