getuige wordt nu heel precies door hier op
te merken dat deze kleine wandeltocht
ongeveer 28 schreden was. Nadat hij eerst
het opschrift bij de ingang van het bolwerk
bekeken had, trad de keizer de vesting
binnen. Hier stond een ezel klaar. Hij be
steeg deze en zonder zich verder in
Vlissingen te hebben opgehouden zette hij
met zijn gevolg koers richting Souburg, om
precies te zijn naar het kasteel van West-
Souburg.
Wachten op een gunstige wind
Hier zou hij verblijven, een gunstige wind
afwachtend, om te kunnen vertrekken
naar Spanje. Tijdens zijn verblijf in West-
Souburg tekende Karei ook de oorkonde
waarin hij afstand deed van de Duitse kei
zerskroon. Zijn broer Ferdinand, reeds
Rooms Koning, benoemde hij als tussen
paus. Deze Ferdinand zou als plaatsver
vanger van Karei optreden zolang de
Duitse keurvorsten nog geen nieuwe kei
zer hadden gekozen. Een van de afgezan
ten naar de keurvorsten en de daaraan
verbonden rijksdag was Willem van
Oranje. De oorkonde waarin dit alles werd
vastgelegd werd gedateerd met 'Souburch
7 september 1556'.
Kareis zusters verbleven niet op het kas
teel maar in Vlissingen in het pand van de
baljuw Matthys Cannoye, gelegen op de
hoek van het Bellamypark/Breestraat,
rechts van Iguana. Later heeft het nog
dienst gedaan als stadhuis van Vlissin
gen.. De koninginnen konden vanaf deze
plaats heel goed de windrichting in de
gaten houden. Vanuit het raam hadden ze
een uitstekend zicht op de Sint Jacobskerk
met het haantje in de toren. Onze getuige
meldt: 'Er ging geen uur voorbij of zij
keken naar welken kant het haantje
gekeerd was'. Vanaf 31 augustus gingen de
koninginnen nogal eens richting Souburg
om de keizer te bezoeken. De wind bleef
echter uit de verkeerde hoek waaien. Een
week later, op 7 september, vertelt onze
verslaggever, had de
keizer zin om samen
met de koninginnen
Fort Rammekens te
bezoeken. Aangeko
men bij Rammekens
vroeg Karei waarom
zijn schip nog niet op
de rede van Ramme
kens te zien was en
nog steeds in Arne-
muiden lag. Ook de
schepen die vanuit
Veere uitgerust wer
den, lagen nog niet op
de plaats van het
gezamenlijke vertrek.
De kapiteins van de
schepen deelden on
der veel verontschul
digingen mee dat het
door de wind en het tij onmogelijk was om
alle schepen op de rede in gereedheid te
houden. De keizer stond er op om zijn
schip te zien. Hierop werden er een aantal
schepen uitgerust en richting Arnemuiden
gestuurd om het schip van de keizer op te
halen. Door de kracht van mannen en rie
men werd het schip naar Rammekens
getrokken. Op deze wijze werden de
komende dagen alle schepen naar de rede
van Rammekens gedirigeerd. Over de af
stand van een halve mijl, vanaf Ramme
kens richting Vlissingen, lag de vloot te
wachten op de juiste wind.
Op donderdag 10 september leek de wind
een gunstige wending aan te nemen. Alle
zeelieden moesten onmiddellijk inschepen
op straffe van het verliezen van hun leven.
Helaas, tegen het middaguur stak er een
stormachtige tegenwind op, die de verst
liggende schepen weer richting Ramme
kens dreef. Deze letterlijke en figuurlijke
tegenwind deed het humeur van de keizer
geen goed. Hij wond zich dermate op dat
hij, ongeacht uit welke hoek de wind ook
Het kasteel van West-Souburg (HTA Gemeentearchief Vlissingen)
16
Den Spiegel, januari 2000