H.J. Schoenmaker (1913-1995) werkte
als onderwijzer in Zoutelande en gaf les
handvaardigheid aan de Kweekschool in
Middelburg.
Boulevard De Ruyter met Bomvrije Toren,
olieverf op paneel (Stedelijk Museum
Vlissingen)
L. van der Steen (1879-1967) was
gymnastiekleraar te Vlissingen. Hij
schilderde in een sterk impressio
nistische stijl gebruik makend van
heldere (typisch Jacobs) kleuren,
waardoor zijn werk als zeer vrolijk
overkomt. Hij was daarmee een goed
voorbeeld van een 'Scheldeluminist',
maar bleef als amateur werkzaam.
Door zijn kleur- en penseelgebruik
wijkt hij af van de stijl van Jacobs
en is duidelijk herkenbaar. Zicht op de Nolledijk, circa 1947 (Particuliere
collectie)
C. van der Burght (1930) nam op 16-jari-
ge leeftijd les bij Jacobs. Van der Burght
groeide op tijdens de oorlog en de wederop
bouw. Er was in die tijd een grote nood
zaak om werk te vinden. De lessen van
Jacobs (één avond in de week) kostten
hem een kwart van zijn salaris. Hij koos
uiteindelijk voor het vak van illustrator.
Zijn vrije werk is nu veel gedetailleerder
maar in zijn kleurgebruik is de invloed
van Jacobs nog steeds terug te vinden. Het
werk heeft een sterk documentair karak
ter en Van der Burght streeft daarin een
hoge mate van perfectie na. Hij heeft hier
mee in dit type werk een uniek niveau
bereikt. (Afbeelding voorpagina)
P. Rouw (1923) was als jongeman werk
zaam bij de haven. In 1947 en 1948 kreeg
hij net als Van der Burght les van Jacobs.
In 1948 stopte hij met de lessen, omdat ze
te kostbaar waren. In zijn oudere werk is
Portret, olieverf op paneel 1947 (Stedelijk
Museum Vlissingen)
Een aantal andere leerlingen ontwikkelde
wel een eigen stijl, zoals L. van der Steen,
B. Pihl, C. van der Burght, F. Maas, P. Rouw
en H. Schoenmakers. Vooral Schoenma
kers en Maas hadden een steeds grotere
invloed op de naoorlogse kunstkring. Hun
invloed werd zo groot dat op een
gegeven moment Jacobs zich terug
trok uit de kunstkring en de kunst
kring zonder hem een eigen weg
ging-
8
Den Spiegel, april 2000