en weer opnieuw kijken en doen en oefe
nen is voor een ongeduldige puber een fik
se leerschool: 'een gedegen technische vor
ming gold als eerste eis bij Jacobs en met
een dergelijk fundament als grondslag
kan en mag de schilder uitdrukken wat
hem wordt ingegeven.' Later spreekt Maas
met verwondering en lichte ironie over
bekende schilders, die niet in staat zijn
een naar de natuur getrouw beeld te
scheppen en zelfs niet de moeite doen dit
te leren om daarna zich in hun 'isme' te
storten. Tussen 1927 en 1934 studeert hij
met een particuliere studiebeurs aan de
Koninklijke Academie voor Schoone
Kunsten in Antwerpen. Ook naast de stu
die is het hard weken. Zijn beurs is niet
toereikend, zodat onderhoudswerkzaam
heden verricht moeten worden op de
'Congoboten' in de Antwerpse haven. Het
beginsel en de geheimen van het etsen
leert hij daar op de academie in Antwer
pen van Louis Peters, professor in de gra
fiek en tweemaal winnaar van de Grand
Prix de Rome. Van E. Wijnants krijgt hij
er les in beeldhouwen: mijn voorkeur en
mijn vaardigheid voor het etsen is op dat
Hoger Instituut in Antwerpen al ontstaan.
Beeldhouwen is aantrekkelijk omdat de
karakters blijvend en uniek zijn, maar ets
werk heeft toch meer uitdrukkingskracht.'
Daarom bekwaamt hij zich in deze tech
niek verder van 1934 tot 1936 bij de etser
en lithograaf Antoon Philippus Derkzen
van Angeren, leraar aan de kunstacade
mie in Rotterdam. Hier verblijft hij maar
korte tijd, evenals in Antwerpen. Behalve
in zijn studietijd en tijdens de oorlogsja
ren 1940-1945, woont en werkt hij steeds,
tot aan zijn dood op 12 november 1977, in
Vlissingen. Hij verlaat zijn geboortestad
slechts een enkele maal om een studiereis
te maken. Zo doet hij onder meer inspira
tie op en geeft zijn kunstenaarschap nieu
we inhoud en extra impulsen in België,
Duitsland, Engeland, Frankrijk en Zwit
serland.
Tijdens de hele Tweede Wereldoorlog is hij
met zijn gezin geëvacueerd geweest naar
Westkapelle. In Vlissingen is volgens de
bezetter slechts plaats voor productieve
mensen. Daar hoort een kunstenaar niet
bij, tenzij de heilstaat van het Derde Rijk
in de kunst verheerlijkt wordt.
Het gedwongen verblijf in Westkapelle
laat een onuitwisbare indruk bij hem ach
ter. Vooral de traumatische ervaring van
het bombardement in november 1944,
noodzakelijk voor de bevrijding van de
vesting Walcheren, is terug te vinden in
een aantal werken. Hij tekent en etst wat
hij ziet met een sterke uitdrukkings
kracht, met een emotionele creativiteit.
Veel etsen en tekeningen, maar toch ook
doeken, doen zwoegende dijkwerkers,
berustende oude dorpelingen, hulpeloze
kinderen, herleven alsof de tijd heeft stil
gestaan. De timmermanswerkplaats van
Dekkers, waar de doden van het noodlotti
ge bombardement in november 1944 zij
aan zij liggen, zijn een indrukwekkende
herinnering aan zijn evacuatieperiode.
Kunstkring Het Zuiden
De invloed van zijn eerste leermeester,
Ger Jacobs, is bij Frans Maas blijvend
terug te vinden. Hij behoort in zijn oudste
werk tot de Scheldeluministen, maar gaat
later een eigen weg. Deze groep beeldende
kunstenaars, verenigd rondom Ger
Jacobs in de Kunstkring Het Zuiden, is
geïnspireerd door de typerende lichtval
van de Schelde. De vereniging, de Kunst
kring Het Zuiden, gevestigd in Vlissingen,
brengt naast Frans Maas een groot aantal
kunstenaars voort. In 1959 is Frans Maas
één van de docenten, die in de bovenzaal
van het Stedelijk Museum aan het Vlis-
singse Bellamypark de kunstkring nieuw
leven in blaast. Dit resulteert onder ande
re in een gezamenlijke productie van 400
bij 400 cm, Silhouet van Vlissingen'Dit
werk is te zien in het gemeentehuis van
de gemeente Vlissingen op de tweede ver
dieping.
Hij denkt dat uit enkele enthousiaste
leerlingen iets moois kan groeien: 'over het
algemeen neemt de toekomstige schilder te
weinig tijd om de techniek goed onder de
knie te krijgen. In de meeste gevallen
wordt met de lestijd volstaan. Lange stu
die en concentratie zijn echter onmisbare
factoren om vorderingen op dit zo moeilij
ke pad mogelijk te maken.'
Het werk
Het werk van Frans Maas is in uiteenlo
pende technieken gemaakt. Hij schildert
met olieverf op houtboard en doek (afbeel
ding 4), aquarelleert, etst op koper en
zinkplaten, maakt houtgravures, pente
keningen en werkt met houtskool (afbeel
ding 2); alles in een realistische figuratie
ve stijl: 'ik vind de natuur te mooi om haar
Den Spiegel, april 2000
11