maakt aan het vragen van te hooge prijzen.
Zij die bloedgeld vragen, zullen dan aan de
verachting hunner medeburgers worden
blootgesteld. In verband met het boven
staande moet ik erop wijzen dat reizigers
die door omstandigheden genoodzaakt
worden aan het station te overnachten ook
in de gelegenheid moeten worden gesteld
tegen redelijke prijzen brood en verver-
schingen te bekomen. De prijzen die thans
door de buffetten gevraagd worden wek
ken bij velen verontwaardiging', aldus
briefschrijver H. Koch.
De volgende dag krijgt Koch de nodige bij
val in de Vlissingsche Courant. Vooral het
stuk van ene 'Motor' liegt er niet om: 'Het
artikel van dr. Koch in uw blad van giste
ren heeft zeker velen doen opschrikken.
We herbergen enkele grijpgieren en hye
na's in ons stadje, en we wisten het niet. 't
Zijn geen opgezette exemplaren. Ze leven
en volgen brutaalweg hun lugubere instinc
ten. En ze danken voorzeker god Janus
voor de barbaarschheden van den oorlog,
die zoo'n rijkelijk voedsel brengen aan hun
vieze vraatzucht.
Foei! Foei! Foei!.
Ze zijn ontdekt. Hun aanwezigheid is
gesignaleerd. Ze loopen nu gevaar gevan
gen en te kijk gesteld te worden.
Bravo! Bravo! Bravo!
Ze zullen thans wel verdwijnen of zich ten
minste schuil houden en zich vergenoegen
met de bereids bemachtigde prooi. Maar
daarmede mogen we niet tevreden zijn'.
Vervolgens gaat de briefschrijver in op de
tot nu toe genomen initiatieven voor de
opvang, waar volgens hem nogal het een
en ander aan schort. Hij vraagt zich hard
op af, of de pas opgerichte afdeling van het
Rode Kruis zich hier niet mee moet be
moeien of de Vereeniging tot bevordering
van het Vreemdelingenverkeer, welke laat
ste moet bedenken dat 'Vlissings reputatie
op het spel staat.' Ook simpele affiches
met raadgevingen en adressen voor de
vluchtelingen zou al een stap in de goede
richting zijn. Briefschrijver schrijft ook
'dat het niet mag worden geduld dat ze (de
vluchtelingen) nog tegen middernacht bij
troepjes rondzwerven door onze straten,
wanhopig zoekend naar onderdak.' De
redactie van de krant vermeldt in een
naschrift dat er wel degelijk gecoördineer
de hulpacties zijn waaronder het 'dames
comité voor uitgewekenen' waarvan me
vrouw Staverman de voorzitter is. De
redactie meldt ook de oprichting van het
Provinciaal Comité tot Hulpverleening
aan Vluchtelingen in Zeeland, dat ook in
Vlissingen een afdeling heeft. Een aantal
Belgische vluchtelingen spreekt het tegen
Noodopvang van vluchtelingen in Vlissingen, 15 oktober 1914 (Foto Bert)
Den Spiegel, juli 2000
11