Frites bij Kloeteen plaktafel bij Cupido
herinneringen aan de Scheldestraat in de jaren zestig
Henk Feij
Voor mijn moeder
Bijna verplicht reed je Vlissingen, dat nog ophield ten noorden van de Irislaan, binnen via
de Keersluisbrug en de Paul Krugerstraat. De 'stad', het rondje Walstraat, Nieuwendijk,
Bellamypark, Kerkstraat, St. Jacobsstraat, bereikte je via Scheldestraat of Badhuisstraat.
Om de klok op het Betje Wolffplein draaide je de Walstraat in.
Ik heb het over de jaren zestig van de twintigste eeuw. Van 1962-1968 woonde ik in de
Scheldestraat: een levendige, boomrijke, brede winkelstraat met ruime stoepen. Nu vind je
er moderne ondernemingen als een tatoeëerinrichting, een uitheemse kruidenier, een video
theek en een softdrugswinkel. De Scheldestraat van mijn jeugd zag er 'zakelijk gezien' heel
anders uit. De op de buurt gerichte winkels leken er goede zaken te doen.
De boodschappen voor mijn moeder of oma deed ik als jongen gewoonlijk in de straat.
De Scheldestraat gaat binnenkort 'op de schop'. Vooruitlopend op de uitvoering van een her
inrichtingsplan velde de zware storm van zondag 28 mei 2000 maar liefst acht bomen aan
de westzijde. Voordat de laadschoppen komen, even terug naar de jaren zestig.
Het défilé op Soestdijk
Op de kruising met de Paul Krugerstraat
had je een winkel op elke hoek: een motor
en bromfietsenwinkel, een elektrowinkel,
een kleine en een wat grotere kruidenier.
De stoepen waren op de vier hoeken van
de rijweg gescheiden door een rijtje ijzeren
paaltjes met kettinkjes, waarop ik schom
melde.
Bij Van den Driest, de motor- en bromfiet
senhandelaar en pomphouder naast de
Gereformeerde Kerk, stonden dikwijls
splinternieuwe bromfietsen op de stoep
opgesteld. Zó van de fabriek, in ribkarton
verpakt en met de sturen verticaal ge
draaid. Je zag er de bekende brommer-
merken als Solex, Tomos, Berini, Rap,
Sparta, Zündapp en Kreidler. Van den
Driest kende ik niet anders dan gekleed in
een blauwe overall met lederen riem, een
montuurloos brilletje en een zwart, recht
over het hoofd getrokken kalotje. Op zijn
BP-benzinepomp sprak een tekst drei
gend: 'KIJKGLAS MOET VOL ZIJN'; dat
controleerde ik dan in het voorbijgaan.
Het glaasje was altijd vol... De zaak met
reparatiewerkplaats werd later overgeno
men door de fa. Meijers uit Souburg.
Bij de aardige meneer en mevrouw Van
Oeveren, van de elektrowinkel, kocht ik
gloeilampen, stekkers, snoeren, zekeringen
en batterijen voor mijn met margarine
zegeltjes bijeengespaarde driekleurenzak
lantaarn. Je had rode en blauwe Witte Kat
batterijen. Het défilé op Soestdijk of het
kunstrijden op de schaats kon ik per
zwart-wit televisietoestel in de etalage van
Van Oeveren op de voet volgen. Sjoukje
Dijkstra en Joan Haanappel kende ik uit
de etalage van Van Oeveren.
Snoepj e-van-de-week
Bij Sperwer-kruidenier Koolwijk aan de
overzijde, kocht ons gezin de zogenaamde
aanvullende boodschappen. De slogan was:
"De Sperwer spiedt naar wat u voordeel
biedt". Ik herinner me het half pond hagel
slag voor 49 cent, in de bruine papieren
puntzak met het Sperwerlogo. De cacao-
fantasie (het was vast geen echte chocola)
werd altijd zorgvuldig afgewogen door een
introverte, zacht sprekende winkeljuf
frouw met zwart krullend haar en bril met
dikke glazen. Meneer Koolwijk was een
zwijgzaam type en altijd in de weer met
voorraadbeheer en huisleveranties per fiets.
Hij droeg een stofjas en had een potloodje
achter het oor, zo'n man dus. De gezette,
vriendelijke mevrouw Koolwijk, kende ik
eerst en vooral als Eerste Hulp Bij Onge-
10
Den Spiegel, oktober 2000