Groots en meeslepend Aafke Verdonk- Rodenhuis Net als de tentoonstelling 'Verdwenen maar niet vergeten ademt ook deze Spiegel nostalgie uit: we kijken terug op de jaren zestig, de 'sixties'. U vindt een aantal artikelen van mensen die deze tijd bewust hebben beleefd en op bepaal de gebieden actief waren. Ook wordt een mooi sfeerbeeld gegeven: veel lezers zullen onge twijfeld in gedachten met Henk Feij meewatidelen door de Scheldestraat van dertig tot veertig jaar geleden. Vanwege de persoonlijke noot in alle bijdragen sta ik mij zelf in deze inleiding ook wat eigen herinneringen toe. De sixties; groots en meeslepend werd door velen geleefd in deze tijd. Je zette je af tegen de bestaande orde, er werd gepro testeerd, onder andere tegen de oorlog in Vietnam, One, two, three, what are we fighting for, don't ask me, I don't give a damn, next stop is Vietnam (Country Joe and the Fish), je hield van elkaar People, let's love one and another, I know we know how (Santana) en je hoorde bij een groep. Ik heb deze periode niet in Vlissingen maar in Rotterdam beleefd. Uit de artike len, vooral uit dat van Gerard van der Hoeven en pratend met anderen komen toch zaken naar voren die algemeen en herkenbaar zijn. Overal waren groeperin gen rond een café, een jeugdhuis of andere verzamelplaatsen, zoals in Vlissingen de DOP-sociëteit of de Piek. Ouders waren niet altijd zo blij met het feit dat hun zoon of dochter op een dergelijke plaats kwam: drugs deden hun intrede. Innerlijke regie Bij welke groep je hoorde was te zien aan je brommer: artistiekelingen reden op een Puch, Tomos of een Solex, vetkuiven ver plaatsten zich op andere brommers. Ook aan de kleding was zichtbaar wie je was: spijkerbroek, suède of leren jackje, veel zwart en later flower power hemden, sjaals, en heel veel kettingen. Wat deed je zoal als jongere in die tijd. Rondrijden op brommers, discussies voe ren over wat er in de wereld omging, boe ken lezen waar je soms niets van begreep. Ook waren er vechtpartijen tussen de ver schillende groepen. Ik heb begrepen dat ook in Vlissingen soms behoorlijk werd gemat. Door Gerard van der Hoeven wordt de dichter Hans Verhagen (Vlissingen 1939) genoemd als manager van de Vlissings- Middelburgse groep Dragonfly. Graag citeer ik hier een gedicht van Hans Verhagen uit zijn eerste bundel Rozen en Motoren (1963): Pernis slaapt, maar zijn geweten is wakker, kracht vreugde delvend uit zijn ondoorgrondelijke spoelbakken. Cf. uw bloedeigen dynamo. Cf. de Zeeuwse eilanden. Hoge voltvelden door 1001 amoureus getinte kabelleiding. Het wingewest van strenge vorst en onderdanige legenden. Cf. het (on)menselijk lichaam. Het hart, levensgeest met voorwielaandrijving tornt op voorgoed verlaten religieuze stranden. 3x dezelfde innerlijke, blinde, niets ontziende regie. 2 Den Spiegel, oktober 2000

Tijdschriftenbank Zeeland

Den Spiegel | 2000 | | pagina 4