Jan Hintzen gaat in zijn artikel over het
jeugdwerk in de jaren vijftig en zestig uit
van de periode van wederopbouw na de
Tweede Wereldoorlog. De schaduw van
deze oorlog heeft lang over ons gelegen.
De jeugd uit de jaren zestig bestond uit de
kinderen van de mensen die de Tweede
Wereldoorlog hadden meegemaakt.
Daarom mijn keuze voor nog een gedicht,
van een Rotterdammer, Riekus Waskow-
sky, 1932 -1977.
Het komt uit Verzamelde gedichten
Verwoeste stad Ossip Zadkine
Handen, maar zijn het nog handen?
verschrikte vingers in brons,
o beeld als een berg
o beeld dat meer dan een beeld is!
Hart dat te groot en te klein was,
te groot voor de klagende borst,
te klein voor de brand, voor de haat:
o panische angst in brons!
Ik tast naar U, beeld als de aarde.
Mijn woorden zoeken Uw vormen af,
gaan U binnen, beeld als een hart.
Maar voor een ode zijn de woorden te kort.
Dit blijft een sprakeloos lied,
voor een beeld als een kamer, een huis.
Den Spiegel, oktober 2000
3