PUBLICATIE. Mgglzoo ter kennilTe van Borgermeelters en Ifpllll SehePencD <icr Srad Yliffingonis gekomen, dat in de Nacht-, tuiïchen Zondagh en Maandaghdcu tweeden en derden dezer JoPPcwJc maand .November., tc-n luiyzc van Jacob Derky, Slag ter woonende op den Dorpe Ooilerfouburgliis goplecgt, Dief-fUi verzeld met Huysbraak, Zoo ist dat Borgcrmeefters en Schepenen voornoemt, alzoo'er dc Juiliric ten hoogden aangelegen legt dat den Dader, óf Daders werden ontdekt, .hebben goergevondenaan al en een ygclyk die den Dader of Daders van voor- Tchteve Fait weten aan te brengen, zoodanig dat in handen van de Judicie gera ken, cn van het Fait overtuygt worden, te beloovcn, gclvk hun Edele Achtbare beloovcn by dezencenc Premie van Vyf-cn-rwintigh Ponden vlaamszullende ■des aanbrengers naamdes begcerende worden gefccrcicerr. Aldus gearrefteert in het Collegic van Borgermeedcrs en Schepenen der Stad Stad Vliflingcn den 4 November 1777. My^krnd P: G: SCPtORER. Tc Vliflingcn, 'Gedrukt by PIETER dc PAAYNAAR, OrdinarisStads Drukker, woonende op dc Beurs, een kwestie van een winkel openen en een drukpers kopen. De gilden zorgden in de steden voor een sterk protectionistische uitstraling van de plaatselijke beroepsgroe pen. Zwart wit gesteld mochten alleen tij dens de jaarmarkten ambachtslieden van buiten de poort hun handelswaren aanprij zen binnen de poorten van een stad. Voor de belangen van de drukkers, binders en boekverkopers in Vlissingen kwam het Sint Lucasgilde op. Tot 1656 waren zij samengevoegd met het kramersgilde. Ook de schilders en de beeldsnijders maakten deel uit van genoemd gilde. Na de meesterproef moest de 'meester' een geldbedrag in de gildenkas storten, waarbij ook de armen niet vergeten mochten wor den. Leerjongens, die zich aanmeldden bij een meesterdrukker om het vak te leren, moes ten hiervoor tien schellingen (drie gulden) betalen. Het werd de leerjongens of gezel len niet gemakkelijk gemaakt om te veran deren van baas. Meestal was een boete het gevolg, of was het eenvoudigweg onmoge lijk binnen de stad te veranderen van baas. Vaak restte niet anders dan Vlissingen te verlaten en elders heil te gaan zoeken. Voorbeeld van een door stadsdrukker Pieter de Paaynaar gedrukte 'Publicatie' Veel weten we overigens niet over dit gilde, omdat het archief bij de troebelen van 29 en 30 september 1787 grotendeels vernie tigd werd. Een klein deel dat gespaard bleef, kwam in 1919 in handen van het Gemeentearchief Vlissingen. Bij zijn vertrek uit de stad in 1919 had boekverkoper, drukker en uitgever C.N.J. de Vey Mest- dagh deze bescheiden geschonken aan 'zijn' stad. Het gaat hier voornamelijk om Iaat 18e-eeuws materiaal. De meesterproef van Albert Corbelijn Op 5 mei 1784 hielden de boekverkopers, boekdrukkers, boekbinders, schilders en beeldsnijders een vergadering in het Heeren Logement in de Hellebardierstraat (nu Gemeentearchief). Aanwezig waren de overdeken Abraham van Doorn, deken Thomas Corbelijn, oud-deken Pieter de Paaynaar en andere gildenbroeders. Tij dens de vergadering vroeg Albert Corbelijn, zoon van deken Thomas Corbelijn, toe stemming om de drukkersproef te mogen afleggen 'om te mogen worden vrijmeester in het boekverkoopersgilde'. De broeders stemden hiermee in. Als proef moest Cor belijn 'een blad in groot octavo in order ge zet en gedrukt vertoonen en in prezentie van heeren overdeekens deekens een groot octavo formulier aftekenen'. Vijf da gen later vraagt Corbelijn zijn drukkers- proef te examineren. De gildenbroeders zijn uiterst tevreden over de door hem gelever de prestatie. Voortaan gaat Albert Corbelijn als meester in het boekverkopersgilde door het leven. Van de kersverse meester werd wel verwacht, dat hij de gildenbroeders ont haalde op een souper. De Boekbindersproef Johannes Isaac Corbelijn, zoon van Thomas en broer van Albert was meester boekbin- Den Spiegel

Tijdschriftenbank Zeeland

Den Spiegel | 2001 | | pagina 12