zich vóór 1604 als 'boeckverkooper' in Vlissingen. Hij keerde vóór 1636 naar Mid delburg terug, waar hij in 1661 overleed. Isaac de Jonge. Wordt op 25 februari 1653 aangesteld als stadsdrukker. Hij vereert de stad op 7 februari 1652 met een door hem gedrukt boekje en krijgt hiervoor tien pon den, acht schellinqen en vier qroten Vlaams 62,50). Censuur Sporadisch komen we aantekeningen tegen over het verbieden van uitgaven door de stedelijke overheid. In 1616 wordt een niet met name genoemd pamflet, dat gedrukt is door Cornelis Jansen Cocq, door het stads bestuur verboden. Om welk werk het hier ging weten we helaas niet. Meestal ging het om godsdienstige of politiek getinte wer ken. Begin 18e eeuw behoren acties tegen verboden boeken grotendeels tot het verle den. In Vlissingen vindt de laatste stuip trekking op dat gebied plaats in 1740, als de drukkers verboden wordt iets van 'do- minus de Hartog, rakende de religie en controversie te drukken'. Instructie voor de stadsdrukker Alleen de stadsdrukker had het recht om door de stad uitgevaardigde verordeningen, publicaties, ordonnanties en dergelijke te drukken. Het ging hier bijvoorbeeld om be sluiten van Wet en Raad (het stadsbestuur), de Vierschaar of het Arm-, Gast- en Wees huis. De stadsdrukker werd aangesteld door het stadsbestuur en legde vervolgens de eed af. Het spreekt voor zich dat deze functie zeer in trek was; als stadsdrukker kon je immers rekenen op een vaste bron van inkomsten. Voor deze 'betrekking' moest wel een 'recognitiegeld' betaald wor den van honderd ponden Vlaams, (zeshon derd gulden). Ook mocht de stadsdrukker, die waar schijnlijk in Vlissingen ook vaak boekbinder was, de jaarlijkse series notulen, rekenin gen en andere archiefbescheiden, die op het stadhuis bewaard werden, innaaien en inbinden. De drukker werd er wel op gewe zen 'geheim te houden, al het geene hem bij gelegendheid van drukken of inbinden van stukken of papieren zoude mogen voorkomen, en hetgeen geheim zoude be hoeven te blijven'. Aankondigingen van openbare verkopin gen mochten vóór 1785 alleen door de stadsdrukker worden gedrukt. Hier werd streng op toegezien. Als Jan de Paaynaar in 1758 aanplakbiljetten drukt voor de openbare verkoping van het huis van Arij Brons, weigert de stadsbode deze aankon digingen te verspreiden omdat ze niet door de stadsdrukker Pieter de Paaynaar zijn ge drukt. De zaak komt in behandeling bij het stadsbestuur, die vindt dat Jan de Paaynaar 'zig [moet] abstineeren van het drukken van placaaten, biljetten en kaarten ter ver- kooping van huisen, scheepen en landen zoo binnen de stadt als onder het resort'. De Paaynaar had zich net gevestigd als drukker en uitgever op de Kleine Markt en kon natuurlijk wel wat werk gebruiken. In een advertentie in de Middelburgsche Courant van 26 augustus 1758 beveelt hij zich dan ook van harte aan: 'Alzoo Jan de Paaynaar, drukker en boekverkooper te Vlissinge by de Kleine Markt, nu heeft be komen een compleete drukkery; zo maakt hy by dezen bekent aan alle Heeren, Kooplieden en Burgers, dat hy een ieder omtrent het drukken kan bedienen, en zal tragten genoegen te geven: alles voor een civile prys'. Het domein van de stadsdruk ker was voor hem echter verboden terrein. Normaliter mocht een stadsdrukker wat hij in opdracht van de stad drukte niet ten ei gen bate verkopen aan particulieren. Uitzonderingen hierop waren er wel: soms Januari 2001

Tijdschriftenbank Zeeland

Den Spiegel | 2001 | | pagina 9