50 tot 72 stukken hadden.9 De commissie- vaarders lieten zich nu niet meer zien in de nabijheid van de vloot. De plunderingen op de binnenwateren en de kust hielden echter aan, ook nadat op 24 februari 1696 bij plakkaat de doodstraf was gezet op derge lijke activiteiten indien deze binnen de be tonning van de vaarwegen van de Repu bliek werden ontplooid.10 Teneinde de veiligheid van de zeegaten te bevorderen stond Willem III op 27 juni 1696 toe om provisioneel ook aan loodsen en vissers commissiebrieven te verstrekken.11 De Staten-Generaal stemden toe in het vrijwil lig opereren tegen Franse commissie- vaarders al diende dit meer het defensieve doel, de eigen handelsvaart te beschermen, dan het doel de Franse handel schade te berokkenen.12 In het licht van deze ontwik kelingen moet de nu volgende reactie uit 1696 en de eerder genoemde 'invasie koorts' van 1690 en 1692 worden gezien. In het voorjaar van 1696 brak in Zeeland een ware paniek uit Toen ging namelijk opnieuw het gerucht dat in de Franse havens een invasievloot voor Walcheren, in het bijzonder Vlissingen, werd samengesteld. Raadpensionaris Verheye had op 8 februari 1696 bericht ontvangen van kolonel Fagel en diverse andere kolonels uit Nieuwpoort dat in Duinkerken voorbereidingen werden ge troffen voor een expeditie naar Zeeland. Direct werd op 16 februari het al door de admiraliteit aangekondigde uitvaarverbod voor commissie- en koopvaarders uitge vaardigd voor de verdediging van het ge west. Binnen veertien dagen was geheel Walcheren gemobiliseerd en in staat van paraatheid gebracht. Op 14 februari wer den drie geschikte schepen van de VOC klaargemaakt ter verdediging van het ge west. De VOC zelf zorgde voor de equipage en bemanning van de schepen. Op een der schepen werd de kaperkapitein Le Sage aangesteld. Luitenant Wiltschut werd die zelfde avond nog met de snauw de Galley en een missive van de Staten op zak naar Willem 111 gezonden. Hierin werd gevraagd om assistentie van drie oorlogsschepen van Goeree, die voor de Wielingen moesten gaan kruisen. De kapiteins van de schepen Baier, Zeeland, Medemblicq, de Bescher mer, Groningen en Vlaerdingen werd bevo len zich vanuit hun Engelse havens naar de vlakte van Schoneveld te begeven om het gevaar van de vloot uit Duinkerken te be zweren.13 Op 15 februari werd besloten de militie van Bergen op Zoom, duizend kop pen groot, naar Walcheren te halen. De af fuiten en batterijen op het fort Rammekens werden gecontroleerd door commandeur Parduyn. Het fort den Haeck, bij Vrouwen polder, werd in allerijl voor de som van 2919:2;9 Vlaamse ponden in staat van pa raatheid gebracht. De militie uit Bergen op Zoom werd op 16 februari verwacht en zou gelijkelijk verdeeld worden over de steden Vlissingen, Middelburg en Veere. De gage van het bootsvolk werd voor een maand lang gesteld op vijftien gulden. Aan de Staten-Generaal werd gevraagd de zich in 's-Gravenhage bevindende kapitein Fran cois naar de provincie te zenden. Laatst genoemde had een prominente rol ge speeld bij de belegering en beschieting van de stad Namen. Met de boekhouders van de commissievaarders werd afgesproken dat zij voor de tijd van acht dagen in dienst van het land zouden treden, op kosten van de provincie. Als tegenprestatie mochten de commissievaarders daarna onverwijld het zeegat kiezen. Eventueel gekwetste matrozen zouden op kosten van het land verzorgd worden, een regeling die ook voor de VOC getroffen werd. De commissie vaarders den Hannibal, kapitein Geleyn Ockerman, de Juffrouw Maria, kapitein Rijcke, de Anna Jacoba, kapitein Joos Vergouwe, het fregat 't Casteel Orangie van kapitein Noë Catteau en de buis Pieter Jan van kapitein Jan Seuse werden onder bevel van de luitenant-admiraal Cornelis Evert- sen de Jongste geplaatst. Op 17 februari 1696 beval Willem III dat de vloot die hij naar Holland had gezonden gebruikt moest worden om de wateren tussen Goeree en Zeeland te beveiligen tegen eventuele aan vallen van de Duinkerkers die hiertoe over zouden kunnen gaan als antwoord op de voorbereidingen van de geallieerden tot op- Oktober 2001

Tijdschriftenbank Zeeland

Den Spiegel | 2001 | | pagina 17