soms konvooien.26 De blijdschap om een
hernomen schip of gekelderde vijand moet
dan ook groot geweest zijn onder het volk
en de kooplieden.
Noten:
1. Opregte Leydse Maendagse Courant (OLC), 18 mei,
9 en 22 juni 1693; 9 augustus 1694; 5 december
1695 en 16 april 1696.
2. Zeeuws Archief (ZA), Gemeentearchief Veere, inv.
nr. 9, Notulen Wet en Raad, 1688-1694, 1 januari
1689.
3. OLC, 7 mei 1690.
4. ZA, 2.2., Gedrukte Notulen Staten van Zeeland
(GNSZ), inv. nr. 106, p. 165-168 en H.J. van der
Heim, Het archief van den raadpensionaris Antonie
Heinsius. Tweede deel ('s-Gravenhage 1874) 16.
5. Van der Heim, Het archief van den raadpensionaris
Antonie Heinsius. Tweede deel, 50.
6. GNSZ, inv. nr. 109, p. 257-288.
7. J.C. MoIIema, Geschiedenis van Nederland ter zee.
Derde deel (Amsterdam 1941) 152-153 en Johan
Francke, CItiliteyt voor de gemeene saake. De
Zeeuwse commissievaart en haar achterban tijdens
de Negenjarige Oorlog, 1688-1697. Deel II onder
zoeksgegevens (Zoutelande 2001) par. 1.1.1.
Volgens J.C. Mollema zouden de kapiteins Danckers
en De Mauregnault in 1695 drie Franse kapers heb
ben veroverd en acht prijzen hernomen hebben. Dit
is onjuist Danckers en De Mauregnault veroverden
in 1695 acht prijzen, waarvan er drie waren herno
men.
8. ZA, 50, Archief der directe en indirecte belastingen,
inv. nr. 51, f. 152r.
9. J.C. de Jonge, De geschiedenis van het
Nederlandsche zeewezen. Deel III facsimile uitgave
(Franeker 1995) 405-414.
10.Ibidem, 460-465; Mollema, Geschiedenis van
Nederland ter zee. Derde deel, 152-153 en
Europische mercurius, 1695 Deel 1 (Amsterdam
1695) 231-232.
11. Algemeen Rijksarchief, 's-Gravenhage (ARA),
1.01.04, Staten-Generaal (SG), inv. nr. 5920,
Liassen Engeland, f. 169, 27 juni 1696.
12.G.N. Clark, The Dutch alliance and the war against
French trade 1688-1697 (Londen/New York 1923)
52-53.
13. ARA, 1.01.04, SG, inv. nr. 5920, Liassen Engeland,
27 februari 1696.
14.GNSZ, inv. nr. 112, p. 9-18, 332-333 en Van der
Heim, Tweede deel, 117, 126-127. Ponden Vlaams
2919,2,9 is 17.515,=
15.GNSZ, inv. nr. 112, p. 21 -31 en OLC, 5 en 14 maart
1696.
16.GNSZ, inv. nr. 112, p. 37-38.
17.OLC, 5 en 14 maart 1696.
18. De Jonge, Geschiedenis van het Nederlandsche zee
wezen. Derde deel, 476-477.
19.ARA, 1.01.04, SG, inv. nr. 5920, Liassen Engeland,
f. 79-115, passim.
20.GNSZ, inv. nr. 113, p. 183-184.
21 .Gemeentearchief Vlissingen, inv. nr. 105, Minuut van
een brief (van baljuw, schepenen en burgemeesters
aan de domeinraad) betreffende de beschikking
over een Frans kaperscheepje, 15 oktober 1697.
22. John Childs, Armies and warfare in Europe 1648-
1789 (Manchester 1982) 153.
23. OLC, 20 september 1694.
24. OLC, 21 mei 1696.
25. Geoffrey Symcox, The crisis of French sea power
1688-1697. From guerre d'escadre to the guerre de
course (The Hague 1974) 102-107, 149-150 en
A.T. Mahan, The influence of sea power upon histo
ry, 1660-1783(Londen 1889)191-195.
26. J.Th.H. Verhees-van Meer,'De Zeeuwse kaapvaart',
in: Nehalennia. Bulletin van de werkgroep Historie
en Archeologie van het Koninklijk Zeeuwsch
Genootschap der Wetenschappen extra-nummer
(1986) 46-47
Oktober 2001
19