ORDONNANTIE
REGLEMENT,
SINT JANS GILDE.
No. 13.
E K D E
Gemaakt endc Gcarreftccrt by
BORGEMEESTERS
E N
REGEERDERS
DER STAD
ELISSINGEN.
VOOR DE ARBEYDERS OFTE
Te ViiilBgcn, Gedrukt by Gillis en gieter de Taaynaar,
Ordinaris Scads-Drukkers, woonende op de Beurs 1737.
En Herdrukt, by iel er de "Peiaytieiar, Ordinaris Stads-
Drukkcrwoonende op de Beurs 1767.
Voorblad van een ordonnantie van
het Sint Jansgilde, 1765.
(GAV, Verzameling Gedrukte Ordonnanties)
Zelke met oostelijk daarvan de Lijnbaan en
de Wal, dat later de Walstraat zou worden
(5 en 20). Aan diezelfde Walstraat, maar
zuidelijk, tussen het Groenewoud en de
Nieuwstraat, was het Schuttershof van Sint
Joris. Op die plaats werd later de Lutherse
Kerk (13) gebouwd.
Documentatie
Jammer genoeg zijn er weinig originele
stukken en documenten over de vroege gil
den bewaard gebleven. Dit vooral door de
verwoesting van het stadhuis aan de Grote
Markt in 1809. Dit wil niet zeggen dat we
totaal verstoken zijn van bepaalde informa
tie. Integendeel, uit extracten van resolu
ties, geschreven en gedrukte ordonnantiën
maar ook uit enkele persoonlijke en gilde-
archieven is nog veel te reconstrueren. Zo
maakt Brahe in zijn werk Vlissings Eeuw-
Vreugde, geschreven in 1772 ter gelegen
heid van het 200-jarig feest van de bevrij
ding op de Spanjaarden, melding van een
extract uit het Eerste Fergament Register
dat uit het de eerste helft van de 16e eeuw
zou dateren en dat als opschrift heeft:
d' Oordene uan den Gilden deser Stede, en-
Januari 2002
de wat zij gehouden zijn te doene in de drie
Groote Processien.
Vervolgens wordt aangegeven welke gilden
in de processies meeliepen en welke atri-
buten zij bij zich dienden te hebben.
Eerst zullen aider eerst gehouden zijn alle
Gilden ngeure toortsen te doen dragen elck
by hueren uolck, tamelick gecleet ende elck
de processien in parsoene te helpen eeren
achter haer kaerssen. Als Sacrament
Ommegange, Sint Anthonie ende Onze
Vrouwen Ommegang op een boete uan elck
in parsoene wier in gebreke by hun zijnde
ende nyet te bedde liggende, van een pont
wasch.
Na nog enkele algemene bepalingen volgt
dan een lijst, waarin precies wordt aange
geven op welke plaats de verschillende gil
den in de processies mee moesten lopen.
Voor elk gilde was er een lijstje vermeld
met de attributen, die zij bij zich moesten
hebben. Achtereenvolgens worden genoemd:
de Wagenaers, de Viscoopers ende Visch-
droogers, de Backers, de Zackedragers uan
Sint Jan, de Bierdragers, de Smeden, de
Cleermakers met de Lakesnyders en de
Cousemakers, de Schoenmakers, de Tim
merlieden uan zowel huysen als schepen,
de Vleeschouwers, dan de Marseniers, de
Tappers, Cupers, Carluiden, en de Visschers
tenslotte de drie schuttersgilden, namelijk
de Colleueniers, de Hantbogeschutters en
de Cruusbogeschutters.
Of de volgorde van de gilden, zoals die in
de ordonnantie werd bepaald ook een indi
catie was van hun belangrijkheid of status
valt moeilijk na te gaan. Wel is het denk
baar dat er rekening werd gehouden met de
ouderdom van de betreffende gilden. Het
laatst opgerichte gilde zou dan voorop
lopen, met achteraan het Sint Pietersgilde
van de vissers, dat tot het oudst bekende
gilde gerekend mag worden. De schutters
gilden, die anders waren georganiseerd dan
de normale gilden, sloten deze, ongetwij
feld bonte en kleurrijke, stoet.
Naast de verplichting van het aantal kaar
sen en toortsen dat elk gilde mee moest
17