Ziehier voor zouer wij konden nagaan, het
eenig bekende werk van een schilder, om
trent wien in de bekende bronnen mede-
deelingen ontbreken. In den werkelijken
zin uan het woord verdient hij een meester
te heeten (door de talentvolle manier waar
op hij een pittoresk geheel heeft gegeven)
terwijl hij toch aan de kleinste details van
de havenstad aandacht bleef wijden. Niet
alleen dus een mooi schilderij, maar een
dat tegelijkertijd merkwaardig is door de
topografie van Vlissingen in de tweede helft
van de zeventiende eeuw. Geestig en
smaakvol is daarbij de stoffering met vaar
tuigen, werkers aan de haven en spelende
kinderen voor de wallen.
Jaarverslag 1933: het museum bezit vele
gebruiksvoorwerpen uit vroeger eeuwen.
Ze zijn vaak met groot kunstgevoel verza
meld. Maar ook fossielen van Mammouth,
Walrus, Oeros en Eland vormen toch een
belangwekkend materiaal uit den prae-
historischen tijd. Het nut van dergelijke ver
zamelingen wordt ook in de provincie Zee
land hoe langer hoe meer ingezien. Immers
er komen steeds meer locale musea, zowel
in Zeeuwsch-Vlaanderen als op Zuid-Beve
land. Men begrijpt ook hier meer en meer,
dat decentralisatie een praktisch belang is,
daar men gemakkelijk in den gelegenheid
is plaatselijke verzamelingen te bezoeken,
terwijl men misschien eens in het leven een
groot Centraal museum kan bezoeken,
waaraan men maar al te vaak herinnerin
gen heeft van dodelijke verveling en ver
moeidheid.
Jaarverslag 1939: Dezen zomer en wel
30 Juli werd door een visscher uit De
Schelde in zijn net opgehaald een zware
houten kist met inhoud. De vindplaats was
in de Deurloo, dwars voor Westkapelle. In
de kist bevonden zich lederen uitrustings
stukken, een zestal wastafeltjes, een doosje
met muntgewichten, een vijftigtal zilveren
muntstukken, een gedeeltelijk verteerd
etui, een tinnen fleschje. Deze aanwinst is
dateerbaar door de muntvondst en wel de
eerste helft van de vijftiende eeuw. Interes
sant zijn vooral de wastafeltjes. Ze zijn wel
bekend uit de klassieke oudheid, bij Ro
meinen en Grieken. Maar deze Zeeuwse
schat is een echte vondst.
1939-1949: de Tweede Wereldoorlog
In het najaar van 1939 sloot het museum
wegens het dreigende oorlogsgevaar. De
collectie werd tot 1949 opgeslagen in bom
en scherfvrije kelders, verspreid over Vlis
singen; in schoolgebouwen en in de voor
malige bierbrouwerij de Meiboom aan de
Hendrikstraat. Later deden kluizen van de
Rotterdamsche Bank in Middelburg en van
de Nederlandsche Handelmaatschappij in
Vlissingen dienst als museumdepot. Tijdens
de bevrijding van en het daarbij behorende
bombardement op Vlissingen in 1944 werd
een ravage aangericht op de zolder van de
school aan de Joost de Moorstraat bij het
eiland. Achteraf viel de schade nog mee.
Vele opgeslagen vaandels gingen echter
geheel verloren.
Omdat het stadhuis aan de Houtkade in de
directe omgeving van de scheepswerf lag,
kwam het gebouw in 'Sperrgebiet' en werd
het door de Duitse bezetter gevorderd.
Daardoor werd het museumgebouw vanaf
mei 1942 in gebruik genomen als gemeen
tehuis.
Ook na de bevrijding in 1944 werd het mu
seumgebouw door de grote woningnood in
Vlissingen voor overheidsdiensten gebruikt,
achtereenvolgens als distributiekantoor,
schoolgebouw, tijdelijk kantoor van de
Rijksbelastingdienst en de dienst van we
deropbouw.
Na een restauratie en herinrichting kwam
het museumgebouw in 1949 weer beschik
baar. Op 19 april van dat jaar vond de her
opening van het museum plaats. Het ge
meentearchief kreeg een eigen huisvesting
in het stadhuis. De vrijgekomen ruimte op
de zolder werd beschikbaar gesteld aan
Kunstkring Het Zuiden, die de ruimte ge
bruikte als leslokaal en atelier.
Jaarverslag 1939: het bezoek van het
Stedelijk Museum werd plotseling afgebro
ken door de ontruiming in het najaar. De
voorwerpen werden alle overgebracht naar
April 2002
9