1913: naar Bellamypark 19
De Gevangentoren, direct aan zee gelegen,
was zeer vochtig en lekte aan alle kanten.
In 1913 overleed de moeder van Willem
van der Os. Zij liet het woonhuis aan het
Bellamypark 19 na aan de gemeente ter
huisvesting van de Oudheidskamer en het
oud archief. Mocht het stadsbestuur van
1913 of in een latere tijd geen gebruik wil
len maken van het gebouw voor het be
schreven doel, dan zou de Diaconie van de
Nederlands Hervormde Gemeente te
Vlissingen eigenaar worden.
Maar de nalatenschap werd dankbaar aan
vaard. Op de begane grond werd de Oud
heidskamer gehuisvest, dat ter gelegenheid
daarvan omgedoopt werd in het Stedelijk
Museum Vlissingen. Op de twee verdiepin
gen erboven werd de archiefdienst en het
kantoor van de archivaris, die tevens con
servator was, ondergebracht.
In 1925 vond een grondige herinrichting
van het museum plaats, naar de laatste
museumeisen en na consultatie van de di
recteur van het Rijksmuseum te Amster
dam. Deze situatie bleef tot de Tweede
Wereldoorlog gehandhaafd.
Jaarverslag 1914: Het moderne heerenhuis
aan de stille zijde uan het Bellamyplein ligt
niet zoo in den loop. De druk beganen
Boulevard - de pantoffelparade van den in
gezetene, maar ook van den vreemdeling -
wordt node gemist. De vreemdelingen, de
dagjesmenschen, die op zondagen uit de
Vlaamsche beemden de badplaats bezoe
ken en dan even het "Musée d'antiquité's"
binnenwippen, bleven weg. De bordjes die
hen wilde doen terugkeeren, misten hun
doel, daar de zee hen lonkte, en de oude
kunst of de oude merkwaardigheid moest
het afleggen tegen deze verleidelijke sirene.
Jaarverslag 1916: aan het onderwijzend
personeel wordt een brief geschreven,
waarin de aandacht wordt gevestigd op het
belang dat de verzameling heeft voor het
geschiedenisonderwijs. Het abstracte van
dit onderwijs zou kunnen verminderen
door illustratie met de concreta uit de ver
zameling. Tevens is er een wetenschappe
lijk archeologisch belang mee gemoeid.
Ons treft de vaak totale afwezigheid van be
langstelling in geschiedenis van de plaats
en die der monumenten uit het verleden,
voor zover die nog aanwezig zijn hier ter
stede. Een trapgevel of een hypermodern
kunstgewrocht, ze worden met dezelfde oo-
gen bekeken en met dezelfde gemoedelijk
heid vernietigd of bedorven. Hoeveel schat
ten gaan niet door onverschilligheid voor
altijd verloren.
Jaarverslag 1917: het museum heeft zoo
van die trouwe adressen waarbij het zich
vervoegen kan, wanneer het belangrijke
aankoopen geldt. Maar laten ook anderen
zich niet afzijdig houden, wanneer het gaat
een penningske bij te dragen.
Het Stedelijk Museum Vlissingen aan
het Bellamypark, ca. 1925
(Prentbriefkaartencollectie Gemeentearchief
Vlissingen)
April 2002
7