Schepen op de Rede van Rammekens, ca. 1600
(Gravure naar een schilderij van Henricus Vroom; Collectie Rijksmuseum te Amsterdam)
kom. De acht Amsterdamse bewindheb
bers zagen nogal pips. De lange reis - vier
dagen varen over de woelige wateren van
Holland en Zeeland - was ze nog aan te
zien. De vijf Zeeuwse bestuurders echter
voelden zich in eigen huis meer op hun ge
mak. De agenda liet punten zien van niet
gering belang.
Allereerst waren dat de voorbereidingen
voor de vijfde vloot. In de beginjaren van de
Compagnie werd nog in vlootverband ge
varen en de bedoeling was dat vier Amster
damse en drie Zeeuwse VOC-schepen op
korte termijn naar Indië zouden vertrekken.
Een andere urgente kwestie was de aan
stelling van een gouverneur-generaal. Er
bestond grote onrust in de kring van de
VOC-bestuurders en aandeelhouders over
de wijze waarop in de Oost de belangen
van de Compagnie werden behartigd. Aan
het college de taak hierover wijze besluiten
te nemen.
Aan de hand van de Amsterdammers was
meegekomen ene Cornelis Matelief. Indien,
zo meenden de Amsterdammers, de Zeeu
wen bezwaar zouden maken tegen een
gouverneur-generaalschap, dan zou wel
licht Matelief in staat zijn de Zeeuwse
dwarsliggerij te doorbreken. Hij was admi
raal geweest op de tweede vloot en was te
vens de man van het initiatief om te komen
tot aanstelling van een gouverneur-gene
raal. Hij had persoonlijk in de Oost gesig
naleerd dat de aanwezigheid van een per
manent hoofd van het gehele VOC-bedrijf
aldaar een goede zaak zou zijn.
Zeeuwse belangen
Door de Zeeuwse bewindhebbers werd na
het vurige pleidooi van Matelief instem
mend geknikt. Op voorhand was door hen
reeds over deze kwestie uitvoerig overleg
geweest. Ook zij vonden dat een dergelijk
bestuurder diende te worden aangesteld.
Besproken was tevens of dit niet een Zeeuw
moest zijn. Het was immers voordien
steeds een Hollander geweest die als admi
raal van de vloot was aangesteld. Gedacht
werd aan de Zeeuw Le Roy die admiraal
was geweest op de Zeeuwse schepen in de
periode van de voorcompagnieën. Le Roy
werd gewogen en te licht bevonden. Dat
was voornamelijk het oordeel van de
Amsterdammers. Duidelijk was dat er ge
zocht moest worden naar een schaap met
vijf poten, dat niet alleen kennis van zaken
had waar het de scheepvaart in de Oost be-
10
Den Spiegel