trof, doch ook bestuurlijke kennis bezat. Bovendien moest het een streng man zijn, want niet alle naar de Oost uitgezonden personeel was zulk braaf volk, zo werd vastgesteld. In de Zeeuwse profielschets stond zelfs dat het een 'driedubbel' man diende te zijn, die het begrip en de herse nen moest hebben om alle 'boecken ende schrifturen van de Compagnie te regeren'. De Zeeuwen begrepen dat het wel weer een Amsterdammer zou worden; daar was nau welijks aan te ontkomen. Toen echter ont stond er een slim plan. Het zou van belang zijn dat de nieuw aangestelde gouverneur- generaal zich bij zijn taakuitvoering in de Oost rekenschap zou geven van de grote Zeeuwse belangen in de Compagnie. Het was aan voorzitter Tulleken om dit op de juiste wijze naar voren te brengen. Hij verklaarde af te zien van de oorspronkelijke Zeeuwse gedachte, een Zeeuw op die be langrijke post aan te wijzen en gaf de Amsterdammers toestemming zelf een keuze te doen en een naam te noemen. Hij voegde er aan toe dat de Kamer Zeeland wel eerst inzage wenste te hebben in de in structies die meegegeven zouden worden aan de gouverneur-generaal en hij kwam toen met een ietwat merkwaardig voorstel. Reinier de Klerk, de enige Zeeuwse, tevens laatste, gouverneur-generaal van de V.O.C. (Collectie Rijksmuseum te Amsterdam) Voorzitter Tulleken verzocht om de nieuwe functionaris vanuit Zeeland te laten ver trekken. Hij diende vanaf de Rede van Rammekens aan boord van een Zeeuws schip de reis naar de Oost aan te vangen. De Amsterdammers begrepen in eerste in stantie niet wat de Zeeuwen ermee voor hadden, maar beloofden hieraan hun medewerking te verlenen. Dit alles werd in de notulen vastgelegd. Een groots banket Zonder al te veel de fantasie de vrije loop te laten, kan men zich voorstellen dat aan de man die straks bevoegd zou zijn om zeer belangrijke beslissingen in de Oost te ne men, de Zeeuwen voor zijn vertrek nog wel een en ander kwijt wilden. Hem werd na drukkelijk verteld dat de Compagnie niet alleen uit Amsterdammers bestond, maar dat een kwart van alles wat zich binnen de Compagnie afspeelde, en dat ging ook over het reilen en zeilen in de Oost, een Zeeuwse zaak was. Het was misschien wel mogelijk de Zeeuwse wensen in de kantlijn van zijn instructie kenbaar te maken. Hoewel de naam nog niet bekend was be sloten de Zeeuwen een zo gewichtig man een waardige ontvangst aan te bieden. Hem zou een groots banket worden aange boden. Dit diende plaats te vinden in aan wezigheid van de bewindhebbers en ande re Zeeuwse hoogwaardigheidsbekleders. Het moest mogelijk zijn om hem voor ver trek in een koets een rondrit over Wal cheren te laten maken. Daarna pas kon hij zich inschepen op een van de Zeeuwse schepen die ten anker lagen op de Rede van Rammekens. Het leek wel of er niets mis kon gaan. Op deze wijze kon, zonder de dominante aanwezigheid van de Am sterdammers de gouverneur-generaal op gepaste wijze beïnvloed worden. Pieter Both Tijdens de najaarsvergadering, toen de he ren wederom in Middelburg bijeen waren, werd aan de Zeeuwen verteld dat ene Pieter Both uit Amersfoort tot gouverneur-gene- Juli 2002

Tijdschriftenbank Zeeland

Den Spiegel | 2002 | | pagina 13