schip de Neptunes als onder-timmerman naar Angola voer, voor een gage van 10 gulden per maand. Een kleine anderhalf jaar later is hij weer terug in Vlissingen en neemt dan afscheid van het weeshuis. Varen als boetedoening Meestal zullen weeskinderen of andere van de diaconie afhankelijke personen niet hebben staan trappelen om dienst te ne men bij de VOC. Het was in Vlissingen zelfs een van de mogelijk op te leggen straffen voor wie over de schreef ging. Voorbeelden uit de stadsresoluties spreken boekdelen: 'Jan Dronkert zal wegens zijn brute leven op een Oost-Indiëvaarder worden gebragt' (resolutie van 19 januari 1720). 'Laurens Salemonsen zal na Oostindiën varen om zijn slegt gedrag' (resolutie van 7 septem ber 1723); 'Zekere Hendrik Jansen tegen verbod in de stad gekomen zal na Oost indiën worden gezonden (resolutie van 30 september 1738); '2 Gedetineerden alzoo niets hebben om te boeten zullen na Oost- Indië worden gezonden' (resolutie van 10 oktober 1738). Deze strafmaatregelen waren natuurlijk meer bedoeld om 'rotte plekken' uit de samenleving te snijden, dan dat het een louterende werking op de persoon in kwes tie had. Een ander onwelwillend voorbeeld was Pieter Jory. Na de dood van zijn vader kwam hij op zijn negende jaar in het wees huis. Pieter volgde een opleiding tot kleer maker. Op een dag werd hij door de wees vader bij zijn baas Joseph Berners weg gehaald en in het weeshuis opgesloten, in afwachting van plaatsing op een VOC- schip. Andere kinderen wisten hem te ver tellen dat hij naar Oost-lndië gezonden zou worden. Met dit weinig aanlokkelijk voor uitzicht nam hij het besluit 'om mij los te maeken, 't welk mij ook gelukt is en ten 's nagts over Armuijden te water na Breda en wijders hier na toe te komen en mij bij de compagnie waaronder ik aangegeeven om dienst te hebben, dewelke ik ook bekomen heb'. Blijkbaar liever soldaat dan bij de VOC. Perspectief Carrière maken als scheepsjongen behoor de zeker wel tot de mogelijkheden, al was het voor het gros niet weggelegd. Het be kendste succesvolle voorbeeld is natuurlijk Michiel de Ruyter, die als jongetje van 9 a 10 al naar zee ging. Door vooral kinderboe kenschrijvers is ons wel een sterk geroman tiseerd beeld overgeleverd van de scheeps jongens. De scheepsjongens uan Bontekoe van Johan Fabricius en Paddeltje: de scheepsjongen uan Michiel de Ruyter door J.H. Been, zijn hier de bekendste voorbeel den van. Een weeskind uit het Vlissingse weeshuis die het ver schopte, was Jacob Jorissen. Hij was in 1639 in het weeshuis opgenomen. Vier jaar later, hij was toen 15 jaar, ging hij als scheepsjongen voor een bedrag van r' C'/ ~7l c (O M cz r/f Xy n a.a n. az'7Locrrieiris ïrrn* Tia L\'JJi,c un: Kstezl/ox. «- irttc,//.//" -Yc f/aotïc- />il/ ~/YcJ K/c/iJp'dc-- /'Y<rx a)/^^rtOL.e,Yü7 <^Yjcru.•uoMLoyJt/ns V ooi C YGO/ t x r7 /j 'f t j m 'i ■DO ff 'f. Jt r/i, i- JLtai 7 V: -v Z,/ 07ti Cf i J Yr c it U oo"i on em jY Ycxx O'ia/xsYt) Y/tP r./Yk~ Y/35 Het uitvaren van Cornelis Louwereysen en Pieter Roelants met het VOC-schip Flora in 1735 (Gemeentearchief Vlissingen, Stadsarchief, inventaris De Bruine, inv.nr 4010) 16 Den Spiegel

Tijdschriftenbank Zeeland

Den Spiegel | 2002 | | pagina 18