fel
'I
gelezen en beoordeeld en er inlichtingen
zijn gevraagd, gaat men schiften. Tenslotte
blijven er drie gegadigden over, maar dan -
op de valreep - meldt zich een nieuwe kan
didaat. Het is Pierre Antoine Geoffry, kost
schoolhouder te Roosendaal, üit zijn brief
blijkt dat hij op een ruime staat van dienst
kan bogen (GAV 2939). Hij noemt verschil
lende illustere Zeeuwen, van wie hij de
zoons of soms neven tot aller tevredenheid
heeft lesgegeven. De Franse school in
Roosendaal heeft hij tot bloei gebracht en
hij belooft de scholarchen hetzelfde voor
Vlissingen te doen. Hij deelt mee vele ta
lenten te hebben, maar hij geeft toe geen
geoefend calligraaf te zijn. Daarom zal hij
twee ondermeesters meebrengen - één van
hen is zijn zoon - om de schrijflessen voor
hun rekening te nemen. Desgewenst kun
nen zijn echtgenote en twee dochters een
Franse meisjesschool beginnen, vanzelf
sprekend 'absolument séparée de celle des
jeunes messieurs'. Zijn in het Frans gestel
de brief imponeert en nadat hij zich aan het
eind van de week in Vlissingen is komen
voorstellen, gaan scholarchen en kerken
raad eensgezind overstag. P.A. Geoffry is
de gezochte, ideale persoon. Op 13 no
vember 1784 wordt hij aangesteld als voor
lezer en voorzanger in de Waalse kerk en
als schoolhouder van de Franse school
voor jonge heren. Helaas blijkt na enige ja
ren dat hij niet aan de verwachtingen vol
doet. De Waalse kerk meldt 'menigvuldige
klagten', de ene groter dan de andere,
maar als voorlezer en voorzanger is Geoffry
ongeschikt: men wil hem 'deporteeren'
(ontslaan). De burgerij klaagt over zijn na
latigheid en slordigheid in het schoolhou
den en de scholarchen nemen het hem
kwalijk dat hij zijn belofte om een speciale
schrijfmeester aan te trekken, niet is nage
komen. Er volgt een uitgebreid beraad tus
sen kerkenraad en scholarchen. Volgens
een in 1724 gesloten overeenkomst tussen
de stadsregering en de Waalse kerk is hier
Laatste bladzijde van het door Pierre Busigny
ondertekende reglement uit 1793.
(Gemeentearchief Vlissingen, Stadsarchief,
Inventaris De Bruine, inv.nr. 2967)
sprake van een combinatie van functies.
Een ontslagen voorzanger en voorlezer kan
dus niet als kostschoolhouder aanblijven.
Op 15 december 1792 krijgt Geoffry voor
beide betrekkingen zijn ontslag.
Pierre Busigny, uit Den Haag afkomstig,
volgt hem op. Er komt een nieuw regle
ment, dat 25 artikelen telt en daarmee veel
uitgebreider is dan dat van zijn voorgangers
(GAV 2967). In het eerste artikel wordt
meegedeeld dat de school bestemd is voor
jongens boven de zes jaar. Zolang er geen
school voor 'jongejufvrouwen' is, kunnen
ook de meisjes er terecht, echter alleen
voor de 'halve kost' (wel op school eten,
maar thuis slapen) of als dagschoolleerling.
Uitdrukkelijk wordt gesteld dat de meisjes
niet met de jongens in één lokaal zitten,
maar in een afzonderlijk vertrek, waar ze
handwerkles krijgen van de Mademoiselle
(mevrouw Busigny). Lees- en schrijflessen
krijgen ze van de meester. Het programma
voor de jongens is veel uitgebreider: behal
ve in de Franse taal worden ze onderwezen
in schrijven en rekenen, Italiaans boekhou
den, bijbelse en vaderlandse geschiedenis,
a-,,. o.
>- 'js-ft-rx Gé'o.
Zl/CS Je/7 O.Q {Tc*
jA MCAcC.
- -i
'A~ CO Ti,.- .{■Sc-ifAtSejie ó~c.
y
'clirgj/fe: 'U-I/ eraserz
///.'AS/////
10
Den Spiegel