Zeeland vertrekken dan bijna wekelijks
schepen met voorraden en manschappen
naar Vlaanderen om de zaak van Oranje te
steunen. Voor Oostende mag het, zoals eer
der beschreven, niet baten... Cornells zal
nog geen vier jaar later door berichten te
horen krijgen hoe zijn geboortestad - waar
van hij zelfs nog burgervader was geweest
- kapot wordt geschoten. De jaren daarna
zal hij wekelijks het verloop van het beleg
vernemen. Het moeten zware jaren geweest
zijn voor de Oostendse vluchtelingen, niet
wetend hoe en waar de oude bekenden en
verwanten zich bevonden.
Jaren later, het beleg is voorbij en Cornelis
is reeds zeventig jaar, vermelden de Oost
endse raadsnotulen van 22 maart 1610 dat
het college een rekest overhandigt heeft
gekregen... uit handen van de heer 'oudt-
burgemeestre' Cornelis Lampsins6. Corne
lis is dus op hoge leeftijd nog eenmaal
teruggekeerd naar 'zijn stad' om zijn bezit
tingen te claimen. Of het gelukt is, is helaas
niet bekend. Door een bombardement in de
Tweede Wereldoorlog zijn de archieven van
Oostende verloren gegaan. Ook de archie
ven van Vlissingen geven ons dit antwoord
niet. De stad werd in 1809 beschoten door
de Engelse bondgenoten tegen de Fransen,
waardoor vrijwel heel het oud archief verlo
ren ging. Wel weten we dat Cornelis Lamp
sins op zeer hoge leeftijd sterft. Hij is vier
en tachtig jaar oud geworden in zijn tweede
'thuishaven'.
Jantje
De kinderen van Cornelis en Maria zijn al
len te Oostende geboren en verlieten op
zeer jonge leeftijd de stad van hun voorva
deren. Jan Lampsins wordt rond 1570 ge
boren. Maar ai spoedig zal 'Jantje' - hij
werd als jongetje geportretteerd - tot de
voornaamste kooplieden van de stad
Vlissingen gaan behoren, in 1614 is hij zelfs
medeoprichter en bewindhebber van de
Noordsche Compagnie. Deze compagnie
richtte zich op de walvisvaart in de noorde
lijke ijszeeën. De walvisvaart bleek zeer lu
cratief, er was dan ook veel concurrentie
van de Engelsen en de Scandinaviërs.
Jantje (Jan Lampsins) (ca. 1570-1619),
collectie muZEEum, detail portret voorpagina
Desalniettemin is men in Nederland tot in
de twintigste eeuw, lang na de opheffing
van de Noordsche Compagnie, betrokken
gebleven bij de walvisvaart.
Eerder, in 1597, treedt Jan te Vlissingen in
het huwelijk met zijn achternicht Janneken
Velters7. Ook haar ouders zijn gevlucht uit
Oostende voor de onlusten in het Vlaamse
land. Zij krijgen samen tien kinderen, waar
van er vijf de volwassen leeftijd niet halen.
De drie overgebleven dochters huwen elk
welgestelde regenten. Janneke gaat te
Goes wonen, Maycken en Cornelia blijven
in Vlissingen. De twee zonen die het echt
paar krijgt zullen de twee beroemdste tel
gen van het geslacht Lampsins worden.
Jan Lampsins sterft op relatief jonge leef
tijd in 1619, maar laat ongetwijfeld een
groot kapitaal, vele belangen én de lijnbaan
na. Op deze lijnbaan begint ook het werk
zame leven van de beroemde admiraal
Michiel Adriaensz. de Ruyter, hij begon hier
als klein jongetje als lijndraaier. Janneke
Velters sterft dertig jaar na haar man, in
1648, in haar huis in de Nieuwstraat te
Vlissingen.
18
Den Spiegel