Fiat voluntas Dei8 Het echtpaar Lampsins-Velters krijgt zoals vermeld twee zonen, Cornells en Adriaen. Beide broers gaat het in het leven voor de wind, bijna letterlijk zelfs. Er wordt gezegd dat de schepen die zij reden zowel bij het uitvaren als binnenkomen goede wind heb ben. Handel, kaapvaart, rederij, magistra tuur en diplomatie, alles lijken de gebroe ders Lampsins te kunnen. Zij behouden en versterken hun hoge positie niet alleen door hun talenten, ook het feit dat vrijwel alle 'gezeten families' van Zeeland ergens ver want of gelieerd zijn aan de Lampsins werkt hier aan mee. Cornells huwt te Vlissingen een burgemeestersdochter, Tanneke Geleijns Boers, gezegd Schot, terwijl Adriaen te Middelburg in het huwelijk treedt met een verre verwante. Josina de Haze is net als haar echtgenoot een nazaat van Oostendse vluchtelingen. Ongetwijfeld zal er een hoge mate van politieke bedacht zaamheid in deze huwelijken aanwezig zijn, Cornelis blijft namelijk in Vlissingen en ver sterkt aldaar zijn positie. Adriaen vertrekt na zijn huwelijk naar Middelburg om daar zijn intrek te nemen in het huis 'Bourgogne' aan de Korte Delft (tegenwoordig Dam 10). Hiermee bevindt Adriaen zich midden in het 'Zeeuws paradijs van contacten'. Om overal iets van mee te pakken gaan de broers deels hun eigen weg - al blijven ze handelen en reden in compagnie. Cornelis wordt onder andere bewindhebber der WIC en Adriaen bewindhebber der VOC en daar naast bekleden zij nog enkele functies in de stadsregeringen. Kortom, het belang van de familie is groot in alles. Het fortuin van de broers was spreekwoor delijk, zo wordt beweerd. Maar toch, Cornelis had genoeg fortuin om een paar buitens te laten bouwen. Zo verrijst in 1633 het buiten Lammerenburg en amper zes jaar later wordt Baskensburg voltooid. De bouw van andere lusthoven zoals Lam- merenvliet en Lammerenweyde worden, door de naam, ook toegekend aan de heren Lampsins. Dit is echter niet zeker, alleen van Lammerenweyde weten we zeker dat Cornelis het in bezit had, hij verkocht het namelijk aan de landbouwer Johannes Aarnoudse9. De buitenhuizen van Lampsins zijn geen lang leven beschoren. Lammerenburg wordt al in 1735 door de familie Lampsins verkocht. De sloop van het lusthof begint l"JL nfhi Cornelis Lampsins, baron van Tobago Tanneke Geleijns Boers, gezegd Schot (1600-1664), collectie muZEEum (1600-1661), collectie muZEEum Oktober 2002 19

Tijdschriftenbank Zeeland

Den Spiegel | 2002 | | pagina 21