neur-generaal over de Noord- en Zuid kusten van Afrika. Kort daarna sterft hij in het fort St. George d'Elmina op de kust van Guinea. Anna Cornelia keert terug met haar dochter, maar huwt nimmer weer. Inmiddels heeft ook Johan Cornelis een aardige loopbaan opgebouwd. Hij zit enige jaren in de stadsregering van Middelburg, draagt een 'rij titels'23 en is gehuwd met een goede partij, Isabella Maria Sandra. Wederom een afstammelinge van vluchte lingen, geloofsvluchtelingen in dit geval. Zij krijgen twee dochters en een zoon die alle drie jong sterven. Isabella overlijdt (in 1745) in het kraambed van haar vierde kind, een dochter die eveneens vroeg sterft. Apollonius De weduwnaar verlaat Middelburg en gaat naar de Hollanden waar hem in 1751 de positie van raad in de Admiraliteit van Amsterdam wordt aangeboden. Een jaar later treedt hij in het huwelijk met een van Amsterdams rijkste dochters, Margaretha Sautijn, dochter van mr. Jan Sautijn en Constantia Catharina Munter. In 1754 be valt Margaretha van een gezond kind, een stamhouder. Het kind krijgt de namen mr Apollonius Jan Cornelis baron Lampsins (1754-1834), collectie muZEEum Apollonius Jan Cornelis. Een aantal jaren later laat de trotse vader, zelf zonder ou ders, zich portretteren met zijn schoonva der Sautijn. Daar Jan Sautijn twee jaar voor het huwelijk van zijn jongste dochter stierf, is het aannemelijk dat men hem heeft ge schilderd aan de hand van een ander por tret.24 In diezelfde tijd wordt een portret ge schilderd van Margaretha en haar moeder, de weduwe Sautijn. Voor de twee vrouwen die op een tuinbank zitten tussen magnoli astruiken staat een jongetje afgebeeld met een hondje aan de leiband, de kleine Apollonius. In 1767 overlijdt Johan Cornelis te Amster dam, Margaretha volgt hem vele jaren later. Zij sterft te Utrecht in 1805, in de hoge leef tijd van 79 jaar. Als in 1775 het bericht komt dat ook Johan Cornelis' neef is ge storven blijft de dan dertienjarige Apollo nius over als laatste mannelijke telg van zijn familie. Apollonius groeit op tot een erudiet man en stelt zijn capaciteiten ten dienste van de magistratuur. Maar Apollonius zou geen Lampsins zijn als hij zich niet ook bezig houdt met de handel. Zo wordt hij onder andere benoemd tot bewindhebber van de W1C, in navolging van zijn befaamde voor vader Cornelis Lampsins. Maar in 1787 neemt hij, 33 jaar oud, ontslag uit de vroedschap van Amsterdam. Hij heeft een ander ambt aangeboden gekregen, het bal juwschap van Vlissingen. Rond november van dat jaar arriveert hij te Vlissingen met zijn zoon en twee dochters25. Kort daarop nemen zij hun intrek in een huis aan de Hellebardierstraat. Vermoedelijk verlaat hij al in 1791 Vlissingen voorgoed, en keert terug naar Holland26. Na dit vertrek wordt vermeld dat hij in het jaar van de omwenteling (1795) plaats neemt in de Raad van Koloniën. Een jaar later treedt hij in dienst van de koning van Pruisen. In 1809 gaat hij nog eenmaal een huwelijk aan, met de weduwe Gael27. In 1814 laat hij zich voor de tweede keer portretteren in Den Haag, hij zetelt dan in de Commissie tot het formeren van de Grondwet en neemt daarna ook plaats in 22 Den Spiegel

Tijdschriftenbank Zeeland

Den Spiegel | 2002 | | pagina 24