Echter, hoewel de grote mast reeds hon
derd jaar gebroken is en het schip Lamp
sins maar blijft doorvaren, strijkt het nu niet
alleen de zeilen, het schip maakt ook wa
ter... Het zinkt in 1953 als Jan Karei onge
huwd sterft te Doorn.
Vlissingen heeft het aan zijn oud-burge
meesters Van Woelderen en Kolff te danken
dat de familie nu hangt op de plek waar
eens Cornelis Lampsins en zijn gezin
gasten ontvingen. In 1947 spande Van
Woelderen zich in om de portretten, toen in
bruikleen bij het Centraal Museum te
Utrecht, naar Vlissingen te halen30. Dankzij
een goede verstandhouding met jonkheer
Lampsins van den Velden, en een goede
samenwerking met de toenmalige burge
meester Kolff, lukte dat. In 1948 ontvangt
de gemeente Vlissingen de (uiteindelijk)
vijftien portretten in bruikleen. Even werd
gevreesd dat de portretten weer wegge
haald zouden worden, toen de bruikleenge
ver in 1953 stierf. Maar bij opening van
diens testament bleek dat deze, bij legaat,
de portretten in eigendom schonk aan de
gemeente Vlissingen31.
Als u naar het muZEEum gaat, breng dan
even een bezoekje aan de familie in de
Pronkzaal. Zij ontvangen doordeweeks tus
sen tien en vijf uur, en in het weekend van
af één uur. En als u er dan toch bent, klim
dan even in het torentje en werp een blik uit
de raampjes naar de Westerschelde, zoals
eens de heren Lampsins deden, wachtend
op de aankomst van hun schepen. Weet
wel dat al wat u in het torentje bespreekt
'sub rosa' (onder de roos) is en dus onder
u behoort te blijven.
Noten
1 De 'couleur-Isabelle', een geel-grijze kleur, placht
haar herkomst aan dit beleg te ontlenen.
2 In het heetst van de strijd had men bij gebrek aan
graszoden en aarde nieuwe verdedigingswallen op
geworpen met lijken van gevallen manschappen.
Uiteindelijk werd het zelfs zo grimmig dat de com
mandant een placaat liet ophangen: '...een ieder
welcke een doot lijck kan aanbrengen ontvangt hier
voor een bedrag van 14 stuijvers...' Hierop werden
ook veel kerkhoven leeggehaald.
3 Zie: Vlietinck, Edw., Het oude Oostende en zijne drie
jarige belegering; opkomst, bloei en ondergang met
de beroerten der zestiende eeuw, Oostende 1897.
4 Onder deze Oostendse geslachten bevonden zich de
families De Haze, Muenicx, Velters, Kien én
Lampsins.
5 Dat de gevluchte families onderling nauw verwant
waren blijkt uit het volgende voorbeeld: Cornelis
huwde met Maria Muenicx, haar ouders waren Jan
Muenicx en Tanneke de Haze. Een van de zonen van
Cornelis en Maria was Jan Lampsins, hij huwde
Janneken Velters.
6 Zie Vlietinck.
7 Zij was een kleindochter van Godelive Lampsins,
zuster van de grootvader van Jan, Lieven Lampsins.
Haar moeder Magdalena de Budt was dus een tante
van Jan.
8 'Gods wil geschiede'. Zinspreuk die te lezen was op
de monumentale poort van Baskensburg en in het
raam dat Cornelis Lampsins (1600-1664) in 1656
schonk aan de kerk van Schoondijke. Deze spreuk
werd afgebeeld onder het wapen van Lampsins. Het
raam sneuvelde bij een bombardement in 1944. De
poort werd in de oorlog afgebroken.
9 Zie: Broeke, Martin van den, Jan Arends Buiten
plaatsen op Walcheren, 2001
10 Dit eiland, behorend tot de Kleine Antillen, werd in
1498 ontdekt door Christoffel Columbus.
11 Cornelis Lampsins bezat over dit eiland, althans
over het Nederlandse deel, het patroonschap. Het
werd bevolkt met mensen die door De Ruyter vanuit
St. Eustatius werden overgebracht.
12 '...met alle de eergevolgen aan dezen titel vast, voor
hem zeiven en zijne nakomelingen van beide ge
slachten, op denzelfden voet als de barons van het
Fransche rijk.' Zie: Zeeuws Archief, handschriften
verzameling inv.no. 500). Eén van deze privileges is
dat men vier paarden voor de koets mocht spannen.
Dat Cornelis dit ook gedaan heeft, blijkt op het schil
derij wat hij liet vervaardigen van Lammerenburg.
Hierop verschijnt Cornelis, op weg naar zijn buiten,
aan het raampje van zijn koets mét vier paarden.
Evenals de portretten is dit schilderij te zien in de
Pronkzaal van het muZEEum.
13 Reeds een jaar eerder, in 1661, ontving ook Corne
lis' neef. Daniel van Gheel, de orde van Saint-
Michèl. Naast dit familielid wordt ook Michiel de
Ruyter, in 1666, vereerd met deze orde.
Zie: Ploos van Amstel, Jhr. G., Clnde Venis, Ploos
uan Amstel? Nederlandse Leeuw 1990.
24
Den Spiegel