Daniel van Gheel (1628-1705) is de oudste zoon
van Jean van Gheel en Elisabeth Lampsins. Laatst
genoemde is een volle nicht van Cornelis Lampsins.
Daniel van Gheel werd in 1663 eveneens door
Lodewijk XIV verheven in de Franse adelstand.
14 De eerdergenoemde ambassadeur De Huybert
schrijft (o.a.) in een brief aan zijn broeder dat men
'...beloond kon worden met de 'ridderorde van St.
MichieP voor een kleine penning.'
Zie: Rue, P. de la. Mengeling uan aantekeningen
(manuscript berustend in de (Jniversiteits Biblio
theek Amsterdam)
15 De beide ordetekens zijn bewaard gebleven en door
een legaat van zijn nazaat jhr. Jan Karei Lampsins
van den Velden terechtgekomen in de collectie van
het Rijksmuseum te Amsterdam. Cornelis Lampsins
wordt met dit draagkruis afgebeeld op zijn eerderge
noemd portret. Vermoedelijk is het draagkruis er la
ter bijgeschilderd, daar Cornelis geschilderd wordt
als hij ongeveer vijftig jaar oud is. De ordeversierse
len ontving hij pas toen hij tweeënzestig jaar oud
was.
16 Op jonge leeftijd - vermoedelijk wanneer zijn ouders
zich ook laten portretteren - wordt hij vereeuwigd.
Een jonge man die zich bewust is van zijn toekomst.
17 Aletta's vader, Balthasar Coymans (1618-1690),
werd eveneens verleend met de Orde van Saint-
Michèl. Zie: Ploos van Amstel
18 Tobago wordt in 1676 overgenomen door de stad
Amsterdam. Omdat de Fransen het eiland hadden
veroverd mocht de familie Lampsins van geluk spre
ken dat Amsterdam er nog 36.000 gulden voor wil
betalen. De stad kocht hier namelijk slechts een pre
tentie mee. Zie: Goor, J. van, De Nederlandse Kolo
niën, 1997
19 Zie: Gemeentearchief Vlissingen (GAV), verzameling
Van der Os, inv. no. 2095.
20 Het Lampsinshuis bleef nog geen honderd jaar in
bezit van de Lampsins. In 1727 wordt Nicolaas van
Hoorn, heer van Burgh vermeld als eigenaar. Zie:
(GAV) De Bruin II inv. no. Ill, kohier van de huis
schatting 1727-1808,
Het Lampsinshuis kwam op deze wijze terecht in de
familie Van Hoorn van Burgh. die het tot aan het ein
de van de negentiende eeuw bewoonde.
Margaretha verkocht het vermoedelijk aan haar
schoonzuster, de weduwe van Geleijn Lampsins.
21 Anna Elisabeth Muenicx (1668-1696) dochter van
Pieter Muenicx en Maria Dierkens.
22 Cornelis Lampsins, heer van Brigdamme (1662-
1713), bewoner van het Lampsinshuis.
23 Hij mag zichzelf nog steeds baron noemen en is heer
van Baarland, Bakendorp, Oudelande. Als hij later
van de familie Bicker het huis Swieten bij Leiderdorp
koopt, mag hij zich ook vrijheer van Swieten noe
men.
24 in 1905 bestond er nog een portret van mr Jan Sau-
tijn dat berustte in het bezit van de familie Clifford.
Zie: Moes, E.W., Icongraphica Balaua, Amsterdam
1897-1905. Sautijns tweede dochter Constantia
Catharina huwt Pieter Clifford. In zijn testament laat
jhr. J.K. Lampsins van den Velden weten dat het ver
moedelijk niet de ouders van Margaretha Sautijn zijn
maar de ouders van Johan Cornelis. Dit wordt nog
onderzocht.
25 Deze kinderen zijn voortgekomen uit zijn eerste hu
welijk met Anna Margaretha Hartsinck (1751-
1783). Ook zij stierf in het kraambed.
26 Hij vertrekt op 29 oktober 1791 met attestatie van
de NH-gemeente naar Leiden en keert vermoedelijk
niet meer terug. Zie: GAV, lidmatenlijst der Ned.
Herv. gemeente Vlissingen.
27 Anna Martina van Kretschmar (1751-1832), was bij
haar tweede huwelijk weduwe van mr. Willem
Hendrik Gael. Bij haar tweede huwelijk is zij reeds
achtenvijftig en dus drie jaar ouder dan Apollonius.
28 Opmerkelijk is overigens dat Jan Pieter Cornelis
zich in 1845 bij Kabinetsdispositie laat schrappen
van de adellijsten. Hij was niet langer baron Lamp
sins, maar 'slechts' meneer; naar de redenen van dit
verzoek kunnen we (tot op heden) slechts gissen.
29 Johanna Margaretha Lampsins (geboren in 1776)
sterft een jaar na zijn geboorte, in 1812 te Utrecht.
30 Zie: GAV, correspondentie B&W aangaande de col
lectie Lampsins.
31 Eveneens ontving de gemeente de getekende gene
alogie Lampsins en een pendule van bruin marmer.
Ook deze zullen binnenkort een plaats vinden in de
Pronkzaal van het muZEEum. Een van de portretten
werd gestuurd naar de erfgenamen van jhr. J.K.
Lampsins van den Velden omdat dit geen lid van het
geslacht Lampsins bleek te zijn. Zie: Corresponden
tie B&W.
Oktober 2002
25