voor een gedeelte afgegraven, maar het werk was stopgezet vanwege het naderen de winterseizoen. De verzwakte dijk bleek niet meer bestand tegen de kracht van het aanstormende water en bezweek, waardoor er in feite een waterval ontstond die zich in de laaggelegen straten van het oostelijke stadsdeel stortte. Enorme houten balken, toebehorend aan de Franse marine, werden meegesleurd en met grote kracht tegen de achtergevels van de woningen aan de Falingstraat en Paardenstraat aangesmakt. Veel huizen stortten hierdoor in of raakten zwaar beschadigd. Het water uit de Achterhaven stroomde via de Dam naar de Scherminkelstraat, Kolve- nierstraat, Lange Zelke, Vrouwestraat, Walstraat, Kleine Markt, Wagenaarstraat, Groenewoud en Nieuwstraat. Vanuit de Pottehaven stroomde het water met dusda nig veel kracht in de richting van de Middelkerk, dat het huis op de hoek van het Korte Groenewoud onderspoeld raakte en dreigde in te storten. Veel hoekhuizen in de omgeving van de Palingstraat en de Koudenhoek werden door de sterke stro ming trouwens op dezelfde wijze onder mijnd en liepen gevaar in te storten. Binnen een half uur was de hele stad onder gelopen. Vooral in het oostelijke stadsdeel rees het water vaak tot de tweede verdie ping, omdat de straten daar relatief laag liggen. Behalve veel woonhuizen werden ook een aantal openbare gebouwen zwaar getroffen door de watervloed zoals de Sint Jacobskerk, de Middelkerk en de Lutherse Kerk. In de Sint Jacobskerk bleken een aantal graven te zijn ver zakt of ingestort. Op de kerkhoven waren er zelfs stoffelijke overschotten uit de graven gespoeld. Er was aanmerkelijke schade ontstaan aan de kademuren die groten deels ondermijnd waren geraakt en op sommige alle straten vertoonden verzakkingen of diepe putten. De materiële schade bleek la ter enorm, maar woog niet op tegen het verlies aan mensenlevens. Vanwege het tijdstip en de snelheid waar mee de overstroming plaatsvond werden de meeste mensen verrast in hun slaap. Slachtoffers en overlevenden In zijn boek Natuur- en geschiedkundige beschrijuing uan den uerschrikkelijken wa tervloed tusschen den XlVden en XVden van Louwmaand des jaar MDCCCVIII be schrijft S. van Hoek gedetailleerd de gru welijke taferelen die zich tijdens de ramp nacht hadden afgespeeld. Nadat het water was gezakt en het ook in de laagstgelegen straten enigszins mogelijk werd enig onder zoek te verrichten, togen A.F. Clement en J.C. Kroef, door de raad uit zijn midden be noemd, aan het werk om onder hun leiding de mogelijke slachtoffers te bergen. Zij moesten onder uiterst moeilijke omstandig heden hun trieste arbeid verrichten. Er was een geweldige ravage ontstaan. Veie huizen waren ingestort waardoor er tussen het puin en in de achtergebleven slijklaag ge zocht moest worden. Uiteindelijk konden zij hun trieste balans opmaken. Er bleken niet minder dan 31 personen direct om het le ven te zijn gekomen. Twee personen stier ven later aan de gevolgen van de overstro- plaatsen ingestort. Vrijwel (Historisch Topografische Atlas Gemeentearchief Vlissingen) Januari 2003 13

Tijdschriftenbank Zeeland

Den Spiegel | 2003 | | pagina 15