voorkomende adresseringen en win
kels opgenomen.
Volgens het rapport van die ramp
nacht had politiecommissaris Van
der Mark om half twee opdracht ge
geven de bevolking in de binnenstad
te waarschuwen. De politie en de
brandweer trokken er met een om
roep- en een bellenwagen, sirenes en
megafoons op uit. Bijna iedereen werd
tijdig gealarmeerd: één Vlissinger
werd in zijn slaap verrast. In zijn zaak
in het Groenewoud verdronk de
69-jarige kapper P.M. van Beers.
Aan de zeekant waren twee slachtof
fers te betreuren: de 48-jarige F. de
Jonge bij het Haventje van Meijer en
de heer Verhagen, de kok van pen
sion Voermans, bij de Gevangen
toren.
Nog diezelfde nacht werd onder leiding van
burgemeester B. Kolff een crisiscentrum in
gericht in het Burgerweeshuis aan de Bad
huisstraat.
In het Groenewoud werd een hoogzwangere
vrouw op een ladder door de brandweer uit
haar huis gehaald, door de emoties was de
bevalling al begonnen. Ook op de Kleine
Markt werd een vrouw met haar pasgebo
ren baby uit een bovenwoning gered,
's Zondags wapperde er al een Rode Kruis-
vlag op de Bonedijkeschool, waar evacua-
tieopvang georganiseerd werd.
De marine kwam de binnenstadbewoners
met roeiboten te hulp. De vletten manoeu
vreerden tussen matrassen, groenten en
fruit, gerookte vis, schoenen, lakens en
slopen, tafel-kleedjes, ondergoed en grote
rollen krantenpapier.
In Garage Geense in de Nieuwstraat stond
2.10 meter water, in de Sint Jacobskerk
aan de Oude Markt 1.75 meter en in de
Lutherse kerk aan de Walstraat 1.70 meter.
In de kerken dobberden banken, stoelen,
kussens, stoven, bijbels en liedboeken. De
voorraad van de Vlissingse middenstand
dreef in de straten van de oude stad.
Maandagochtend toen het water verdwenen
was - met hulp van de pompen van de
brandweer stroomde het water via de riole
Hoek Nieuwstraat/Walstraat (Fotocollectie
Gemeentearchief Vlissingen)
ring gewoon weg - kwam de verwoesting
pas goed in beeld. Weggespoelde bestratin
gen, hopen puin, stenen en modder en daar
tussen huisraad en winkelvoorraden zorg
den voor een treurige aanblik. Een ruwe,
eerste schatting van de schade in Vlissingen
kwam op 6 februari uit op 3.000.000,--.
later bleek het meer dan 5.000.000,-- te
zijn.
Als u zich de televisiebeelden van de over
stromingen herinnert in augustus en sep
tember 2002 in de stroomgebieden van de
Donau, Elbe en Rhóne, weet u wat een
overstroming achterlaat.
In de gebouwen van de Provinciale Zeeuw
se Courant in de Walstraat stond ongeveer
2.00 meter water. Zetmachines, gietappa-
raten en rotatiepersen waren onbruikbaar.
Toch, de omvang van de ramp was nog
nauwelijks bekend, verscheen er op maan
dag 2 februari 1953 een nooduitgave van
de PZC. 'De nacht van zaterdag op zondag
is voor Nederland een zwarte nacht ge
weest', opende de krant. Door een samen
werking met het Zeeuwsch Dagblad te
Goes verscheen in de eerste rampweek een
gecombineerde uitgave van beide kranten,
vanaf 9 februari werd de PZC gedrukt op de
persen van het Rotterdamsch Nieuwsblad.
Op 9 maart kon de krant weer in Vlissingen
worden gedrukt.
Den Spiegel