(Historisch Topografische Atlas Gemeentearchief Vlissingen) het wagen, om in den vollen kelder te gaan en deszelfs redding te beproeven, ook hield thans het roepen van het meisje op, en men onderstelde dus, dat zij haar leven, te gelijk met haar lijden, geëindigd had. Ma verloop van een groot uur begon zij wederom hulp te schreeuwen. Maar nu kwam haar verlos ser, een Fransch krijgsman, Antoine le Fin, soldaat onder de vijfde Kompagnie Chas seurs Rentrés, toeschieten, peilde de hoog te van het water en bevindende dat hij het zelve, mits tot aan den hals toe daarin gaande, kon doorwaden, kleedde zich naakt uit, verzocht om een touw, en, dit om het lijf, onder de armen gebonden hebbende, en het einde door anderen doende vast te houden, liet zich, onbeschroomd en moe dig, in den kelder neder. Hij vond het meis je, drijvende op haar bedstede tot bijna te gen de balken. Ijlings greep hij haar, legde haar op zijn hoofd, en bragt haar dus le vende, doch geheel verkleumd door de koude van het water, waarin zij meer dan drie uren gelegen had, boven.' Een geteisterde stad De storm had overigens door geheel West- Europa een spoor van vernieling achterge laten. In totaal bleken er in Vlissingen 227 gezin nen (samen 929 personen) rechtstreeks door de watervloed getroffen. Ondanks de moeilijke omstandigheden, die duidelijk zichtbaar werden daags na de rampnacht, kwam de hulpverlening op gang. Met allerlei beschikbare vaartuigen trachtten 'edele menschenvrienden' de op verdiepingen, zolders en daken gevluchte en verkleumde inwoners in veiligheid te brengen of te voorzien van de meest nood zakelijke levensbehoeften. Tot overmaat van ramp was de temperatuur tot onder het vriespunt gedaald. De Landdrost van Zee land, A. van Doorn, was snel ter plaatse en op diens bevel werd brood en drinkwater van elders naar Vlissingen gebracht. Veel plaatselijke bakkerijen waren onder water gelopen. Ook was er een groot tekort aan drinkwater ontstaan omdat het water in de regenbakken met zout water vermengd was geraakt. Behalve het verlies aan mensenle vens werd de gemeenschap ook gecon fronteerd met het verlies aan levende have. Een telling wees uit dat maar liefst 36 scha pen, 21 paarden en 1 os het leven hadden gelaten. Het gemeentebestuur besloot de wijk meesters op te dragen een collecte te hou den en riep de niet getroffen inwoners op om ruimhartig bij te dragen. Ook Koning Lodewijk Napoleon liet zich niet onbetuigd. Behalve de toestemming om een landelijke inzameling te houden, waarvan de helft voor Vlissingen beschik baar moest worden gesteld, schonk hij een Januari 2003 15

Tijdschriftenbank Zeeland

Den Spiegel | 2003 | | pagina 17