Vooral met stormweer was het genieten.
Slingerend en stampend heen en weer.
Natuurlijk had de Vlissingse schooljeugd
geen last van zeeziekte, nee dat was weg
gelegd voor de toeristen die bleekjes in de
buurt van de reling bleven.
Toen de veerschepen Prins Bernhard en
Koningin Juliana aan groot onderhoud toe
waren, werden beide ponten verlengd en
aangepast. De prachtige lijnen en ronde
vormen van de veerboten verdwenen ge
heel als gevolg van deze verbouwing en
van de eisen die werden gesteld voor het
vervoer van gevaarlijke stoffen over de
Westerschelde. Vaak deden ze ook dienst
als reserveboot.
Achter de schermen werden toen al de eer
ste verkennende studies uitgevoerd naar
dubbeldeksveerschepen, een type schip
dat in Scandinavische landen al gemeen
goed was.
De prachtige lijnen van de
Koningin Juliana
(Fotocollectie Cor Heijkoop)
De eerste dubbeldekkers
Naarmate het vervoer over de wegen toe
nam en meer en meer toeristen met de
auto naar Zeeland kwamen, vereiste dit
nieuwe voorzieningen. Immers de veerdien
sten waren een verlengstuk van het wegen
net.
De discussie over de kosten, over een vaste
oeverbinding, over dubbeldeksveerboten
laaide op.
Uiteindelijk koos men voor het handhaven
van goede verbindingen en voor een toe
komstvisie in de vorm van studies naar een
vaste oeververbinding ter hoogte van het
veer Kruiningen-Rerkpolder.
Als eerste kwam in 1968 de dubbeldekker
Prinses Christina in de vaart voor de lijn
Kruiningen-Perkpolder, in 1970 gevolgd
door de Prins Willem-Alexander. Met beide
dubbeldekkers kon men een uitstekende
dienst onderhouden.
De Prins Bernhard, geheel
verbouwd en opengewerkt
(Fotocollectie Cor Heijkoop)
10
Den Spiegel