Deel van een kaart van Staats Vlaanderen en het zuidelijk deel van Walcheren: met
aanduiding van het veer bij Breskens, 1747. üit Zeeland in oude kaarten, Tielt 1983
voet (na Breskens) gegaen zonder de ge
melde mantelsak, en van daer na dese stad
Vlissingen.'21
Een geregeld veer
In 1712 stelden de bestuurders van
Vlissingen en Sluis op verzoek van de
kooplieden voor het eerst een reglement op
voor een vaste veerdienst tussen beide ste
den. Er kwam in elke stad een schipper die
op woensdag heen moest varen en op vrij
dag weer terug. Het was hun streng verbo
den elkaar, en al helemaal de kooplieden,
uit te schelden of te dreigen of de naam
Gods lichtvaardig te gebruiken op straffe
van zes gulden per keer. Een fikse boete,
vergelijkbaar met het loon van drie dagen.
Een uitgebreide 'Lijste van Vragt-loonen'
geeft een goed beeld van wat er in die tijd
met een schuit van zo'n tien meter lang
werd vervoerd. Passagiers (onder de tien
jaar half geld), stokvis, kaas, een baal rijst,
een vat pruimen, een quarteel olie, traan of
siroop, een okshoofd wijn, een vat brande
wijn, een vat tabak, een last haring of vis,
een tonnetje vijgen, een kleine ton stijfsel of
blauwsel, een ton zeep, een vaatje boter,
een baal peper, een kist Braziliaanse suiker,
bier in allerlei verpakkingen, lijnzaad, hop,
wol, katoen, hammen, metalen, veren, pa
pier enzovoort, maar ook een haas, een
paard, een koebeest, een koppel hazen of
kapoenen, een grote koffer of sluitmand,
osse- of koehuiden, een ledikant en een
stoel: alles had zijn eigen prijs.
April 2003
21