Kopladingsveerboot Koningin Wilhelmina (Fotocollectie Cor Heijkoop) De veerdiensten kwamen zonder noemens waardige incidenten de Eerste Wereld oorlog door. In 1919 vonden de eerste studies plaats naar de vorm en toekomst van het vervoer. Steeds meer auto's dienden zich aan. Het idee van koplading, in plaats van zijlading liet zich gelden. Afgezien van hoge kosten voor de bouw van een moderne kopladingsboot moesten ook de aanlegsteigers verbouwd worden, een noodzakelijke aanpassing die zich vele jaren later ook zou herhalen bij de komst van dubbeldekkers. Ondanks strubbelingen met zowel de eerste kopladingsboot Konin gin Wilhelmina, als met de nieuwe landings bruggen kon in april 1928 de geregelde dienst van start gaan. In die jaren nam het verkeer nog verder toe en nieuwe veerboten werden besteld, hoe wel daar vele discussies aan vooraf gingen in de Staten van Zeeland. In 1932 kwam de Prinses Juliana in de vaart, korte tijd later gevolgd door de Prins Hendrik. Voor de dienst op de Oosterschelde en de minder drukke lijnen op de Westerschelde besloot de provincie in 1932 drie identieke zijladingsmotorschepen te bouwen. Deze zogenaamde 'crisisschepen', ge bouwd op de Vlissingse Scheldewerf kwa men in 1933 in de vaart. Met een relatief moderne vloot stevende ook de PSD langzaam maar zeker op de Tweede Wereldoorlog af. De meidagen van 1940 Ook bij de PSD was de oorlogsdreiging voelbaar. Tijdens de mobilisatie vorderde de Koninklijke Marine de zijladingsboten Koningin Emma en de Prins Willem I. De schepen werden achter de hand gehouden om als hulpmijnenlegger dienst te doen, maar kort daarna weer vrijgegeven. Ook voor de oudere veerschepen Luctor et Emergo en Schouwen had de Koninklijke Marine belangstelling, maar dat bleef voor lopig bij een papieren vordering. Bij het uitbreken van de oorlog deed de Marine opnieuw een beroep op de twee zij ladingsboten Koningin Emma en Prins Willem 1. Uitgerust met een lading mijnen lagen zij op de beruchte 10 mei 1940 ter hoogte van Zoutelande voor anker in af wachting van nadere orders. Op 14 mei kregen zij een nieuwe taak toe bedeeld, als troepentransportschip. Nadat de mijnen overboord waren gezet maakten beide vaartuigen, samen met de Ooster- De Prins Hendrik nabij de Vlissingse buitenhaven (Fotocollectie Cor Heijkoop) 6 Den Spiegel

Tijdschriftenbank Zeeland

Den Spiegel | 2003 | | pagina 8