van het Haagsche Genoodschap, welke al daar in guarnisoen lag en ter dier tijd de wagt had op den dijk, naauwkeurig ge vraagd na mijn naam, woonplaats, wer- waarts ik quamde. Korte tijd daarna wierd ik door een van de schutters dier Genoodschap met geweer en wapenen na de stad opgebragt, aan de hoofdwagt, en moest aldaar mijn naam, woonplaats, waarvandaan ik kwam, werwaarts mijn voornemen was om na toe te rijsen die ac curaat opge[g]even, waarna mij gepermit teerd wierd in de stad te koomen...' Dit was sinds eeuwen een gewoon gebruik, reizigers werden aan de poorten aangehou den en moesten zich kunnen identificeren door hun naam, herkomst en bestemming te melden. Buitenlandse reizigers droegen vaak een pas bij zich die werd uitgegeven door het gerecht van de woonplaats van de reiziger. Hier stond in beschreven wie de drager van de pas was, de bestemming en), en soms werd er ook vermeld of de pasdrager al dan niet pistolen bij zich droeg. Die pistolen waren nodig want struikrovers loerden achter elke dikke boom in de polders en bossen die men door kruiste. Een dergelijke pas moest men op ver zoek laten zien aan de stadspoorten, en na goedkeuring - men werd geregistreerd - kon men de stad binnenrijden. We kennen dit gebruik nog, alleen is het niet langer voor de stadspoorten maar voor de lands grenzen: het paspoort, af geleid van de pas die men aan de poort moest laten zien. de pont over na Sleeuwijkalwaar ik mijn broeder G[ualterus] J[ohannes] vond, die intusschen dat ik met de pont over voer, in een roeijschuijtje was overgezet. Sfijnj Edfele] van mij niet wetende en denkende dat ik reeds na Breda vooruijt was gereden had intusschen te Sleeuwijk mede een four- gon gehuurt, zo dat wij nu twee rijtuijgen gehuurt hadden. Dog S[ijnJ Ed[ele] wierd met 2 guldens verlies van sijn gehuurd rij- tuijg ontslagen en quam bij mij op de four- gon zitten, en reeden gesamentlijk na Breda. Mijn broeder was 's morgens in plaats van 6 uuren met de Bredaasche postwagen van Utrecht te rijden eerst ten 9 uuren afgere den. Vermits alle de poorten te Utrecht ge sloten waren, en niemand uijt dezelve mog- te gaan, vermitts een gedeelte van het corps van den Rhijngraaf van Salm des nagts op een geheime expeditie was uijt gegaan, en zo men naderhand gekent heeft, om de Princes van Oranje van Nijmegen na 's [- Gravenjhage rijdende te arresteren. Dog Hfare] Kfoninklijke] hoogheid is die nagt door eenige gewapende burgers tusschen Schoonhoven te Gouda gearresteerd...1 '...aldaar (Gorinchem) een fourgon (stevige reis koets) op Breda gehuurt hebbende reed ik [wfel- dra dezelve gereed was na het veer en voer met Niet alleen de aanhouding was een belediging, maar zeker ook de manier waarop: met getrokken sabels, drinkend en rokend in de buurt komen van een Pruisische Prinses en ongevraagd een stoel aanschuiven om de Prinses gezelschap te houden was ongehoord. (Bron: www.engelfriet.net/Alie/Hans/patriotten.htm) 12 Den Spiegel

Tijdschriftenbank Zeeland

Den Spiegel | 2003 | | pagina 14