dat achterin de galerijen een afgesloten hok
is '...waarin men geen zon of maan of eenig
ligt kan zien, welke diend om de slaven
(=gevangenen) wanneer zij het een of an
der misdreeven hebben tot haar straf te zet
ten'. Tewerkgestelden waren hier dus ook
ondergebracht om aan het onderhoud van
de stadsverdediging te werken.
Drie uur lang duurt de bezichtiging en als
dank voor de moeite van de sergeant ont
vangt hij een 'fooijtje van 8 sesthalven'
(één 'sesthalven' was ongeveer 0,13).
Hierna lopen ze naar de Waterpoort en be
zien het Gouvernementshuis, de kerk en de
paradeplaats. Een kleine aantekening aan
het einde van hun bezoek aan Bergen op
Zoom vermeldt dat er op platen in de
Schelde, tegenover het fort, ansjovis wordt
gevangen.
Zeeuwse bolwerken van Oranje
Op zondag 1 juli rijden zij om acht uur 's
morgens de stad uit, richting Tholen. Ze
passeren de stad Tholen en komen uitein
delijk aan in Gorishoek waar zij met een
'stijgerhengst' overgezet worden op Zuid-
Beveland, bij Yersekendam.
'...aldaar arriveerende huurden wij uoor 3
guldens een rijtuijg, het welk ons door het
eiland rijdende in de stad te Ter Goes bragt.
Het eiland door te rijden is
de moeite waard wegens de
uijtmuntende gesigten, de
schoonste koorn en wij-
land, en de magnificque
buijtenplaatsen. Tusschen 4
en 5 uuren quamen wij te
Ter Goes aan, en namen on-
se intrek in het logement de
Goude Leeuw. Wij besagen
het voornaamste van de
stad, welke zeer stil is dog
net en zindelijk. Het
fraaijste van de stad is de
plaats daar het stadhuijs op
staat en de haven als mede
de wallen, hier zagen wij
nog de resten van het plun
deren van eenige over 6 a 7 weken voor ge
vallen.
Goes was op 30 januari een 'Oranjefurie'
ten deel gevallen. Maar liefst achtenvijftig
huizen van patriotten werden door de prins-
gezinden aangevallen en geplunderd. Een
getuigenverklaring vertelt dat men de hele
nacht alles wat men voor ogen kreeg aan
stukken sloeg met planken, stokken en
zwaarden.
Met de vermelde zes of zeven weken be
doelt men echter niet deze opstand van de
prinsgezinden maar vermoedelijk de ver
jaardag van de stadhouder op 8 maart. De
prinsgezinden namen opnieuw het heft in
eigen hand en vielen de patriotten aan. Men
tooide zich met oranje en liep met een
oranjeboom door de straten. Ook reed men
met een open kar, getrokken door vier for
se mannen, door de stad waarop twee
bontgeklede mannen die bij de huizen van
patriotten een toespraak hielden. Die dag is
er - afgezien van de kanonnetjes die men
van voor het stadhuis meenam om toch
enig gebulder te laten klinken - geen ge
weld toegepast. Maar op het moment dat
de beide heren Martens de stad bezoeken
zijn de geplunderde huizen nog steeds goed
zichtbaar en zien zij het laatste opstootje
voor de plunderingen aan.
Het gruwzaam oproer te Goes. (Zeeuws Archief, Zeeuws
Genootschap, Zelandia lllustrata deel III nr. 264.) Het Koninklijk
Zeeuwsch Genootschap der wetenschappen ondersteunde de uit
gave door af te zien van de vergoeding van de gebruiksrechten.
14
Den Spiegel