dek plaatsnemen onder een beschutting te
gen de zon, want bruin worden was niet ge
wenst. Een bruine kleur hadden slechts de
'geringere persoonen' die buiten werkten.
Deze mensen reisden in de tweede klasse
en brachten de ruim zeven uur durende reis
door in het ruim. Zeker in de zomer zal dit
niet aangenaam zijn geweest zonder de
verkoeling van het dek.
In Gent nemen zij hun intrek in het loge
ment St. Sebastiaan en nadat zij zichzelf
'ververscht' hebben huren zij een 'valet de
louage' (bediende). Hierna bezichtigen ze
de stad, allereerst de St. Pietersabdij waar
zij vol verbazing het hoge altaar bekijken
dat van massief zilver is, en ook schilderij
en van Van Dijck, zoals de Christus aan het
kruis, en de schitterende Brusselse tapijten
worden bewonderd. De broers zijn uiterst
enthousiast:
'...in de kerk welke rijkelijk uoorsien van
wit marmer, en een grootte hoge koepel
heeft, is zo schoone echo dat wanneer er
een van de deuren van het choor word toe
gedaan de resonnance van hetzelve is even
alsof het dondert.'
Vervolgens bezoekt men het huis van de
abt waar men nog meer schatten aantreft
zoals opnieuw Brusselse tapijten, een schil
derij van Rubens, een Christusbeeld gesne
den uit één olifantstand en kamers die
'superbe gemeubileerd zijn. Hierna vervolgt
men de 'tour' door de abdij, en ook de eet
zaal, de galerijen en de bibliotheek worden
bezocht:
...hetwelk een extra groot kamer is, aan
het eijnde van het zelve is een zeer groote
Spiegel van de soldering tot de grond toe
rijkende. Rontom de kamer in nissen waren
21 groote boeken kassen, boven ij der van
dezelve was een basreliëf door Simons ge-
schildert, het welk zo fraaij waren geschil
dert dat men zou gesworen hebben dat de-
selve uijt gehouwen waren. Het plaffon
was mede door Simons geschildert, onder
andere uijtmuntede daarin uijt de wagen
van Elias met de paarden, hetwelk zeer
konstig geschildert was. Indien men in 't
midden van de kamer stond was het even
alsof de paarden van de wagen na het
midden van de kamer reeden. Dog als men
aan de kant van de deur stond, was het
even alsof zij na de muur reeden, het welke
verbeelding voor een kunfstjstuk gehouden
word. De bibliotheek bestaat uijt 18.000
werken of tömes, in het midden van dezel
ve staat een zeer groote globe.
Hoewel het calvinisten waren, moeten ook
de gebroeders Martens een paar keer met
open mond hebben gestaan. Zoveel pracht
en praal, dat kende men niet in het sobere
(Jtrecht.
Na het bezichtigen van enkele bijzonderhe
den en een wandeling over de 'fraaj belom
merde wallen' keert men terug naar het lo
gement. Daar aangekomen denkt David
Johan nog na over de fraaie stad waar hij
nog enkele dagen verblijft:
'Gent heeft alle tekenen van een oude stad,
er loopen fraje breede door, heeft ruijme
markten en 7 poorten, de bleekerijen van
Vlaamsch linnen zijn van een groote uitge
strektheid en liggen meest in de stad... de
kerk van St. Bavus is mede de moeite
waard om te zien wegens de schilderijen.'
Na een bezoek van ruim een week verlaten
zij Gent op donderdag 12 juli met een 'dili
gence' naar Brussel, wederom een reis van
acht uur. Het reizen met een postkoets was
van alle ongemakken voorzien, krappe zit
plaatsen in een volle koets met allerhande
mensen, muffige luchten in een loodzware
koets over hobbelige wegen met diepe kui
len, met dozen, manden en kisten op het
dak, waar vaak ook nog eens mensen op
zaten, de zogenaamde tweede klasse op de
postkoets, maar godlof:
'...een zeer aangenaam breede en regte
weg, zijnde een superbe allee, geheel en al
bestraat, lopende over hoge berge, waarvan
men superbe gezigten heeft over de omlig
gende landerijen, dorpen langs de weg
wast allerhande zoort van koorn, 't welk dit
jaar zeer gewenscht stond. Langs deze weg
20
Den Spiegel