is een considerabele passage van na Gent, men passeert het steedje Aalst (daar men van paarden verwisselt men kan di- neeren) en het dorp Assche, latende aan de linkerhand leggen de abtdeij Affelhem, 't geen een der rijkste abtdijen van dit land is, en voor een vreemdeling, die extra post reijst, de moeite waard om dezelve te besig- tigen. Om ongeveer vijf uur in de middag arrive ren zij in Brussel en nemen hun intrek in het logement d'Angleterre waar zij opnieuw een bediende huren die hen tevens de weg door de stad wijst. Die avond bezoeken zij: '...de comédie, welke zeer vol was, en een menigte menschen konden in de loges zit ten, heeft een ruijm theater en schone schermen in het zelve wierd gespeelt Le Francois a Loudres geduurende de tijd dat de comedie gespeelt word staat er altijd een wagt van ruijters voor dezelve om de disordres te beletten. De gemoederen konden soms hoog op lopen bij de vaak politiek getinte voorstel lingen. De volgende dag, vrijdag 13 juli, be zoeken zij de kathedraal, verdere bijzonderheden in de stad en het Manneke Pis waarna zij in een koffiehuis wat drinken en de nieuwsberichten lezen. Tenslotte ke ren ze terug in het logement voor een maal tijd, waarna men de rest van de middag en avond doorbrengt in de stad en nog een be zoek brengt aan de comedie. Op zaterdag 14 juli nemen zij in de ochtend een barge naar Antwerpen. Na enkele tus senstops worden zij met een boot over de Schelde gezet naar het dorp Booms waar zij in een diligence plaatsnemen. Om vier uur 's middags komen ze in de havenstad aan en nemen meteen hun intrek in het loge ment Le Grand Laboureur en huren ook daar weer een bediende die optreedt als stadsgids. De volgende ochtend verlaten de beide, let wel: protestantse heren hun loge ment en tijgen naar de kathedraal om een processie en de mis bij te wonen. Na deze indrukwekkende beleving bezoeken zij de voormalige jezuïtenkerk, waar dan 'wereld lijke' priesters de mis bedienen. Na al deze katholieke bezienswaardigheden besluit men toch ook nog een gereformeerde dienst bij te wonen. Als zij uit de kerk lopen kunnen ze het niet nalaten toch nog even de abdij van de Dominicanen binnen te lopen en daar ontdekken zij opnieuw talrij ke schilderijen van Rubens. Ook bezien zij het enorme 'Commerciehuis of Oosters- huijs' dat bij de Schelde staat. Dit huis heeft drie verdiepingen voor opslag als pakhuis en heeft ruim driehonderd kamers als loge ment voor kooplieden. De broers tellen evenzoveel vensters. Na een kort bezoek aan het kasteel van Antwerpen nemen zij plaats in een herberg net buiten de Brusselse poort: '...om een coup d'oeil te nemen van de me nigte van menschen van de passage der rijtuijgen, wandelaars. Wij hebben aldaar circa V/2 uur vertoefd en Hofejgaars bier gedronken, in die tusschentijd hebben wij meer dan 80 koetsen rijtuijgen geteld bo ven duijsenden van menschen die aldaar wandelden.1 De volgende dag verlaten zij het drukke Antwerpen en arriveren om half zeven te Breda. Opnieuw wordt het logement de Prins Cardinaal met een bezoek vereerd. Eenmaal terug in het oproerige Holland krijgen ze te horen dat de stad in uiterste beroering is geweest: '...was daar voor eenige dagen een hevige beweging ontstaan tusschen eenige bur gers en soldaten van 't bataillon van d'Envie aldaar in guarnisoen leggende. Bij welke gelegenheid verscheijde huijsen de glasen ingeslagen waren. Ook waren twee gewapende burgers door de soldaten dood geschoten. De burgers soldaten hebben op elkandere geschoten dog aan de kant der militairen was er geen een gesneuvelt.' Terug in de oproerige landen De volgende dag reizen zij met ene majoor Hamel naar 's-Hertogenbosch waar men, na een tussenstop in Loon op Zand, slechts Juli 2003 21

Tijdschriftenbank Zeeland

Den Spiegel | 2003 | | pagina 23