Over water en langs wegen, een avontuur Aafke Verdonk-Rodenhuis In deze Spiegel vindt u reisverslagen. Twee reizen volgen we van dichtbij. Het eerste reisverslag is uit 1754 en gaat over de Vlissingse familie De Chuy, die samen met Evert en Willemina Clijver met het Statenjacht van de West-Indische Compagnie van Vlissingen, het gewest Zeeland verlaten om naar Amsterdam te reizen. Het andere verslag gaat over een zomerreis van de Utrechtse familie Martens, die in het turbulente jaar 1787 een reis maakt, die door Brabant, Zeeland en Vlaanderen tot in Brussel voert. De gewoonte om tijdens reizen een verslag of journaal bij te houden heeft de literatuur een flink aantal geschriften opgeleverd. Denk aan de scheepsjournalen, die dan wel niet werden geschreven om uitgegeven te worden, maar die zeer lezenswaardige ver halen hebben opgeleverd. Zeer bekend is het Journael ofte Gedenckwaerdighe be schrijving van de O.l. Reyse waarin schip per Willem Ysbrandtsz. Bontekoe vertelt over de onfortuinlijke reis van de Nieuw Hoorn, die op reis naar Oost-lndië in brand raakte en in de lucht vloog. Ook van reizen over land is veelvuldig ver slag gedaan in de loop der eeuwen. Veel van deze verslagen, bewaard in archieven bijvoorbeeld, vormen de bron voor sommi ge romans. Het voert te ver om hier een he le letterkundige verhandeling te houden over dit onderwerp, maar een boek als In China van Adriaan van Dis zal u wellicht bekend zijn. Hij volgt hierin de oude zijde route, waarvan zeker verslag moet zijn ge weest. In onze tijd zijn reisverhalen als genre zeker populair. Ik denk hierbij aan auteurs als Carolijn Visser, Lieve Joris en in het En gelstalige gebied bijvoorbeeld Bruce Chat- win, Paul Theroux; schrijvende reizigers of reizende schrijvers? Het gaat in deze boe ken niet alleen om de bezochte plaatsen, maar om de mensen die zij ontmoeten en de betekenis die het verblijven in andere werelden voor hen heeft. Ik beperk mij hier tot de bekendste schrijvers. Leuk is dat tegenwoordig reisverhalen een aparte kast hebben in de meeste boekhandels en er zelfs aparte reisboekenwinkels bestaan, waar het echt niet alleen om reisgidsen gaat. Reizen is in en we willen er ook graag over lezen. In deze aflevering van de Spiegel kunt u rei zen in de achttiende eeuw, Ad Tramper en Jeroen-Martijn Hangoor nemen u mee op vrij lange reizen. Ad Tramper schreef voor de reisverslagen in deze Spiegel de volgende inleiding. In onze tijd is het onvoorstelbaar dat het 24 uur kostte om van Middelburg naar Den Haag te reizen. Vervoer over water was toen zeker de beste weg: het beurtschip reisde prettiger dan de diligence. Vaak werden za kelijke reizen gecombineerd met het afleg gen van allerlei bezoeken aan familie en kennissen onderweg. Een veel voorkomend verschijnsel in de 18e eeuw was dat welge stelde families hun zonen voor een zoge naamde Grand Tour naar Italië stuurden om daarmee de opvoeding een 'finishing touch' te geven. In familiearchieven bevin den zich vaak reisverslagen. Soms wordt bij deze reizen ook Vlissingen aangedaan. Zo reisde het gezin van de Leidse hoogleraar Nicolaas Hoogvliet in de maanden juli en augustus van het jaar 1774 door Wal cheren, Schouwen en Zuid-Beveland. De oudste zoon Frans Cornelis stelde rond 1777 - hij is dan twintig jaar - het verhaal op schrift. Vlissingen bezoeken ze tijdens de jaarmarkt op vrijdag 1 juli 1774. We le zen in het verslag: 'wij zagen het stadhuis [op de Grote Markt] van buiten zeer treffe- 2 Den Spiegel

Tijdschriftenbank Zeeland

Den Spiegel | 2003 | | pagina 4