lijk opgehaald en cierlijk gebouwd. Voorts
wandelden wij de jaarmarkt in haar geheel
latende, naar de hoofdkerk van Vlissingen,
een gebouw van groote ruimte en deftig
heid en deftigheid met eene kerkeraadka-
mer en bibliotheek van het Ministerie der
kerke verrijkt. Een ander voorbeeld van
een reisverslag waarbij Vlissingen met een
bezoek vereert wordt dateert van een klei
ne honderd jaar later in het La Zélande van
Charles de Coster. Hij schrijft over Vlis
singen als: 'Wij zijn hier wel heel ver van
Brussel. Hier ziet men maar weinig witge
kalkte huizen. De kleuren bruin, grijs, en
een heel gamma van okers overheersen.
Een enkele maal loopt een witte sierlijst
rond een venster.'
Bronnen:
J.H. Kluiver, 'Een reis door Zeeland in 1774' in:
Archief mededelingen uan het Koninklijk Zeeuiusch
Genootschap der Wetenschappen, jrg 1980.
Charles de Coster, Zeeland door de bril uan 1873
(vertaald uit het Frans: La Zelanda)
(üit: De Geheele Wereld z.p. z.j.)
Juli 2003
3