Het Slot Baarland ca. 1745 uit: Atlas van Zeeland (Amsterdam 1760) 8 uuren naar 'tjagt gebracht, gelijk wij des nademiddags om 3 uuren als bonen gemelt is, waaren afgehaalt. De heer en vrouwe van Baarland bewoon den het oostelijk van de kerk gelegen Slot Baarland. De schrijver van Den Tegen woordige Staat beschrijft het ais '...een def tig slot of heeren huis, leggende rondsom in zyne wateren, het Hof genaamd; van voo- ren met een voorhof en van binnen met schoone ruime zaaien en vertrekken ver sierd, en door den tegenwoordigen heere van Baarland niet weinig verbeterd.' Vrijdagh den 16 augustus de klokke half- negen uuren stapten wij op een speelwaa- gen, die ons door den heer uan Baarlant aan 't jagt versorgt was, in billijke hoop en verwagting om de klokke elf uuren binnen de stadt Goes te zullen zijn. Dog wierden in onse hoop teleurgestelt. Naardien onse paarden, die in 't eerste quartier of half uur nog wat gedraaft hadden, sig na dien tijd begonnen te amuseeren met stappen, 't geen oorzaak gafftot veel discoursen [ge sprekstof] en wel uoornamentlijk wat ouderdom onse beiden paarden bereikten, ('t geen op 40 jaaren geschat wierd); 't welk aan onzen leijtsman geuraagt sijnde, beantwoordt wierd, dat sij den eenen 22 en den anderen 15 jaaren gepasseert waaren. Dit uerschaften ons niet weinig reeden tot lacchen en praaten, 't geen door onsen uoerman gehoort wordende gantsch niet euuel opgenomen wierd. En na dat hij sig nog eenigen tijd had ingetoomt, bersten hij eindelijk in deze naauolgende indiscreete termen uit: 'lek ben uoornemens om niet uerder te rijden als tot 's Gravenpolder en daar zullen wel andere zijn die gauwer konnen rijden als ik met mijn paarden, want mijn voornemen is niet om mijn paarden den bek af te rijden om ulieden wille.Waarop door d' heer De Chuij gezegt wiert, 'urind wij wijten het uw niet, omdat wij zien dat de paarden te out sijn om te konnen loopen.Dog onsen leijtsman bleeff even indiscreet en repeteerde dat hij abso- lut geresolveert was ons niet verder te bren gen als tot 's Gravenpolder en dat hij dan stilletjes wederom na huis zoudt rijden. Hij bragt dit sijn voornemen ook ten einde, want koomende op de voorschreeve plaats, vraagde hij of de vrinden bij den domine geliefden te sijn, waerop ja geantwoord Juli 2003 5

Tijdschriftenbank Zeeland

Den Spiegel | 2003 | | pagina 7