Een ander gegeven is dat Cornelis door zijn afkomst met de nodige égards werd behan deld. Zijn vader en oom stonden in hoog aanzien, ook bijvoorbeeld in Engeland, zo als bij ons een admiraal als Blake zeer werd bewonderd. De rivaliteit tussen de zeegewesten Holland en Zeeland is de probleemstelling van het boek Doeke Roos spreekt van controverse tus sen beide gewesten. Hier ligt ook wel de kritiek op zijn werk. Hij zou teveel de Zeeuwse kant kiezen, vanuit Zeeuws stand punt kijken. Doeke Roos: er waren grote verschillen tus sen de Zeeuwen en de Hollanders wat achtergrond betreft. De Zeeuwen waren mannen van de praktijk. Zij kwamen veelal als 'jongen' in dienst van de admiraliteit en bleven daar. Zij moesten hun gewest verde digen tegen een vijand die dichtbij was, zij wisten wat vechten was. Ook varen konden zij: het soort vaarwater met veel ondieptes, zandbanken, stroming en tijverschil zorgde voor vakmanschap op dit gebied. Varen en vechten Met de titel wil Roos aangeven waar het om gaat bij de Zeeuwen en dan vooral bij de vertegenwoordigers van het geslacht Evertsen; mannen trouw aan de oorlogs vloot, bescheiden en vakbekwaam. Zij kon den niet allen varen, maar ook vechten. De Hollandse bevelhebbers daarentegen kwamen vaak voort uit de koopvaardij. Met een vijandelijke grens zo dichtbij hadden zij niets te maken. Behalve om deze controverse is het Roos ook te doen om het ontmythologiseren van het zeeheldendom. Hij vertelt wat er aan de hand was. Een bijnaam als eerder ge noemd: 'Keesje de Duivel' is van latere ge schiedschrijvers. In geschriften uit zijn ei gen tijd is deze naam niet vermeld. Mythevorming is van later tijd. Zo is Michiel de Ruyter de grote held, om hem zijn aller lei verhalen ontstaan. Zelf wist hij behoor lijk te relativeren. Er is een brief bewaard gebleven, aan zijn vrouw Anna van Gelder gestuurd (van haar is een portret in ons muZEEum) waarin hij uiting geeft aan zijn angst, waarin hij bidt dat de kogel zou ko men om hem van zijn angst te bevrijden. Wel een heel ander beeld dan dat er is van Witte de With, een man waarvan Doeke Roos in zijn stellingen bij zijn promotie zegt: 'De heldenverering van vlagofficieren is soms een gevolg van een te positieve be oordeling van hun daden. Een zeeheid die zichzelf verheerlijkte en ten onrechte aan prees, was Witte de With. Het past niet een schip van de Koninklijke Marine naar hem te vernoemen.' Doeke Roos baseert zich op verslagen aan de Admiraliteit en voorbeelden uit de prak tijk als hij zegt dat deze Witte de With een gestoord man was. Hij gaf blijk van een 'kamikaze-instelling'. Een goed bevelheb ber moet kunnen zeggen: tot hier en niet verder. 'Mannelijke dapperheid dient ge paard te gaan met courageuze voorzichtig heid'. Ook had De With altijd meer aan dacht voor de kapiteins van de schepen om hem heen. Hij schoot bijvoorbeeld rustig op zijn eigen kapiteins. Hij schreef lange ver slagen aan de Admiraliteit, dit in tegenstel ling tot de Evertsens die beknopte versla gen maakten, zonder bravoure. De Zeeuwse archieven, het Zeeuws Archief te Middelburg bijvoorbeeld bezit als unieke bron het archief van de Rekenkamer van Zeeland, leverden materiaal voor nieuwe inzichten. De aanleiding voor de studie van het geslacht Evertsen was de vondst van handgeschreven extracten uit de notulen en resoluties van de Admiraliteit van Zeeland in het archief van de Gemeente Vlissingen. Al dit materiaal toont aan hoe geforceerd de Zeeuwen in beeld zijn gebracht als ka pers. De kwaliteiten als marinemensen kwamen op de achtergrond. Door het nadrukkelijk in beeld brengen van de kaap vaart is de marinetaak onderbelicht geble ven. Het gaat erom de maritieme activi teiten in het juiste licht te zien. Er speelde zo veel: visserij, oorlogsschepen, WIC, VOC, slavenhandel. Sommige onderwer pen zijn overbelicht, volgens Roos. Oktober 2003 9

Tijdschriftenbank Zeeland

Den Spiegel | 2003 | | pagina 11