te Vlissingen door reparaties en personeelwisselingen niet voortdu rend paraat was. Enige tijd later volgde het verzoek om tekeningen van de Duitse M- boten, voorzover niet geheim, ter beschikking te stellen. Het ant woord van Wassner stelde niet te leur. Als bijzonder gebaar stuurde hij de tekeningen en vroeg eenzelf de tegemoetkoming bij het Duitse tegenbezoek in het voorjaar van 1935. Op 6 maart 1935 reageerde de Koninklijke Marine op de ontvangen teke ningen. Het Duitse gebaar werd erg op prijs gesteld en men zou ter zijner tijd met groot genoegen de Duitse officieren alles laten zien wat gewenst werd. Enigzins veront schuldigend werd daarbij nog opgemerkt dat de Nederlandse mijnendienst klein en eenvoudig georganiseerd was, waardoor betwijfeld werd of er voor de Duitsers iets nieuws te zien was. Misschien was het voor hen interessanter om een torpedojager van de Kortenaer-klasse of een vliegveld te be zoeken of bestonden speciale interesses? Men wilde graag de wensen horen opdat de bijzonder vriendelijke ontvangst bij de Duitse marine beantwoord kon worden. In zijn reactie stelde Wassner de periode 29 april tot 4 mei 1935 voor. Poolman ant woordde dat het bezoek in de voorgestelde periode hem zeer aangenaam zou zijn en informeerde op welk tijdstip de Duitse offi- De O 16 in de Dokhaven met op de achtergrond het stadhuis van Vlissingen. (Fotocollectie Gemeente archief Vlissingen) De O 16 aan de Dokkade bij de Koninklijke Maatschappij De Schelde. (Fotocollectie Gemeentearchief Vlissingen) eieren in Vlissingen verwacht konden wor den. Op 18 april stuurde de Marineleitung in Berlijn een telegram met de namen van de officieren en het tijdstip van aankomst te Vlissingen. De chef van de Marinestaf ant woordde telegrafisch dat de officieren har telijk welkom waren. Een wat merkwaardig antwoord als men weet dat Duitsland op 16 maart 1935 de al gemene dienstplicht weer had ingevoerd. Het moest toen toch al min of meer duide lijk zijn dat Hitier een sterke krijgsmacht wilde gaan opbouwen die hij zeker niet voor vredesoperaties zou gaan inzetten. Het Duitse volk moest 'Lebensraum' krijgen! Wie waren de bezoekers en wat was hun functie? Allereerst kapitein-luitenant-ter- zee Max Freymadl (1900), officier bij de marinestaf en commandant van een flot tielje mijnenvegers, dan kapitein-luitenant ter-zee Winfried Hagen (1898) van de Inspectie der Torpedo- en Mijnendienst in Kiel en ten slotte luitenant-ter-zee Hans John (1903) van een Versperringseenheid, ook uit Kiel. Na ontvangst van het telegram uit Berlijn gaf de chef van de Marinestaf de onder commandant van de marine in Vlissingen, luitenant-ter-zee le klas Sonnenberg, op dracht een programma samen te stellen. De bedoeling was een bezoek aan de mij nendienst en een vaartocht met een mij- nenlegger waarbij een lancering zou wor den gedemonstreerd. Ook een excursie naar de Koninklijke Maatschappij De Schelde waar de O 16 op stapel stond en 16 Den Spiegel

Tijdschriftenbank Zeeland

Den Spiegel | 2003 | | pagina 18