Het admiralengeslaeht Evertsen Zeeuwse kapiteins vakbekwamer dan hun Hollandse collega's Aafke Verdonk-Rodenhuis Op een prachtige zomerdag van 2003 praten Doeke Roos en ik over het boek Twee eeuwen varen en vechten, 1550- 1750, Het admiralengeslacht Evertsen. Doeke Roos is voor de meeste lezers van dit blad geen onbekende. Oud-zeeman, oud-loods in het district Scheldemond en maritiem historicus. Hij heeft al meerdere publicaties op zijn naam over Zeeuwen en de WIC, over de VOC, over wat zich in Vlissingen afspeelde op 6 april 1572 enz. Doeke Roos is een boeiend verteller en met het lijvige boek Twee eeuwen varen en vechten laat hij de maritieme activitei ten van het geslacht Evertsen in de periode 1550 tot 1750 in alle facetten zien. Het werk is geschreven als proefschrift tot het verkrijgen van de doctorstitel aan de Universiteit van Leiden. Op 9 april 2003, 16.15 uur verdedigde hij zijn werk, waarna wij Dr. Doeke Roos konden feliciteren. Het motto dat het boek Twee eeuwen uaren en vechten mee kreeg is van Spinoza: 'Niet verguizen noch bewonderen, doch begrijpen' Dit geeft heel goed weer wat Doeke Roos wil bereiken met zijn verhaal: geen helden verering. maar begrip voor wat mannen als de Evertsens deden. Zij deden hun werk, bescheiden en vakkundig. Zij voeren voor de Zeeuwse admiraliteit en voerden hun marinetaken zo goed mogelijk uit. Helden waren zij niet, stoere verhalen zijn er nau welijks. Dit maakt het waarschijnlijk ver klaarbaar dat zij nogal onbekend zijn ge bleven. Veel Evertsens zijn gesneuveld in dienst van de admiraliteit. Van twee van hen, Johan en Comelis Evertsen is een praalgraf in de Wandelkerk in Middelburg. Doeke Roos ijvert er nu voor dat dit praalgraf met wat meer respect wordt behandeld. Een op knapbeurt zou niet voor z'n tijd zijn. Terug naar het boek. Doeke Roos doet nog al stevige uitspraken. Zo noemt hij in hoofdstuk VI Cornelis Evertsen de Jongste een homoseksuele luitenant-admiraal van Zeeland? Bewijs hiervoor is niet te leveren, maar er zijn aanwijzingen in die richting. Het gaat dan om nuances in brieven, manier van omgang. Noordam noemt in zijn Riskante relaties de bijzondere relatie tussen Cornelis Evertsen de Jongste en Willem 111. De stadhouder-koning staat bekend als een man met een mogelijke homoseksuele geaardheid. Roos gaat verder dan Noor- dam, die hij in hoofdstuk VI aanhaalt bij zijn interpretatie van deze relatie. Volgens Noordam was er geen emotionele of zelfs lichamelijke relatie tussen beide mannen omdat de sociale afstand te groot was. Volgens Doeke Roos werd Keesje de Duivel, zoals Cornelis Evertsen de Jongste wel wordt genoemd, behoorlijk door Willem III afgeschermd in de richting van de Zeeuwse bestuurders. Deze bestuurders waren niet zo op de hand van de stadhouder-koning, maar ook niet van Cornelis. Controverse tussen Holland en Zeeland was niet nieuw, Johan de Wit, de raadpensiona ris van Holland, had al eerder blijk gegeven van de rivaliteit tussen Holland en Zeeland. Met name rond de slag bij Lowestoft is sprake van een negatieve rol van De Witt bij het benoemen van Zeeuwen als bevel hebbers. Zeeuwen werden niet geaccepteerd in het opperbevel van de vloot. Als bevelhebbers werden bij voorkeur Hollanders benoemd. 8 Den Spiegel

Tijdschriftenbank Zeeland

Den Spiegel | 2003 | | pagina 10