Ze eh on den werf, Vissershaven of
Parkeerplaats?
Aafke Verdonk-Rodenhuis
Wie een wandeling maakt rond de Michiel de
Ruyterjachthaven, de vroegere Vissershaven,
ziet aan de zuidzijde van deze haven resten van
een werf. Al in de vijftiende eeuw werden op de
ze plek scheepswerven aangelegd. Deze lagen
aan de zuidzijde van de haven, het gebied dat
later 'Oude Timmerwerf' werd genoemd.
De plek die wij kennen als Zeehondenwerf is
dus een historisch stuk Vlissingen.
De Oude Timmerwerf was een woonwijk,
die op last van Napoleon werd afgebroken.
Hij wilde op die plek een arsenaal bouwen,
waar onder andere zieken in verpleegd zou
den worden. Deze bouw is onderbroken
door de val van Napoleon. Op een deel van
de fundamenten is in 1823 het huidige
Arsenaal gebouwd. Na het herstel van het
Nederlandse gezag kocht de gemeente
Vlissingen de terreinen van de werven die
daar waren. De hellingen werden hersteld
en de scheepsbouw werd weer geactiveerd.
De gemeente verhuurde de werven aan
scheepstimmerlieden.
Volgens A.F. Franken, in het boek Scheeps
werven in Zeeland, een boek dat ik u in de
inleiding al noemde, is de naam
Zeehondenwerf een verbastering van 'zee-
houtwerf'. De naam Zeehondenwerf wordt
in het begin van de negentiende eeuw aan
getroffen. Op een kaart uit 1799 is het ter
rein naast de werf aangeduid als 'Stads-
zeehoudwerf', de werf waar het hout voor
de zeeweringen was opgeslagen. Het kan
zijn dat een naam verbastert als de oor
spronkelijke betekenis niet meer bekend is
of niet meer begrepen wordt.
Leuker is eigenlijk om te denken dat de
werf zijn naam dankt aan zeehondjes die
daar lekker in de zon op de balken lagen.
Dat is wat ik mij daar als kind bij voorstel
de.
De heer J.L. van Leeuwen, ik heb hem al
aan u voorgesteld in de inleiding, vertelt
over de Vissershaven en de Zeehondenwerf
in zijn tijd, volgens zijn zeggen zo'n beetje
vanaf 1937.
Het nu volgende verhaal is een uitwerking
van een bandopname op 15 april 1992.
Uiteraard zullen er vragen blijven, maar de
opzet is hier zijn verhaal weer te geven. Ik
ben ook niet naar antwoorden gaan zoe
ken. Verdere uitwerking is voor de echte
geschiedschrijvers.
Feit is wel dat de nieuwe Zeehondenwerf
werd opgericht in 1946, toen werd er een
hinderwetvergunning aangevraagd voor de
oprichting van een inrichting voor machi
nale houtbewerking. Vervolgens ontstond
er een werf met een timmerloods en een
bankstelling, waar Vlissingse vissers bij
laag water onderhoud konden plegen aan
hun schepen.
Het zou leuk zijn als dit op een of andere
manier in ere hersteld zou kunnen worden
en dan nu voor de jachten die gebruik ma
ken van de huidige Michiel de Ruyterjacht
haven.
J.L. van Leeuwen:
'In mijn tijd, wat betreft de Vissershaven is
dat vanaf 1937, kwamen de gebroeders
Visser naar Vlissingen. Zij waren afkomstig
uit Spaarndam, jachtbouwers of scheeps
timmerlieden in de houten scheepsbouw.
Deze broers wilden een houten scheeps-
jachtenwerf gaan exploiteren. Ze kwamen
naar hier, omdat een van hen, ik meen
A.J. Visser, gehuwd was met een Arnemuids
meisje in hoerendracht. A.J. Visser kwam
als scheepstimmerman bij de werf van de
gebroeders Meerman in Arnemuiden. Hij is
hier vertrokken en vervolgens begonnen in
de Vissershaven in Vlissingen, die nog he
lemaal bevaren werd met houten schepen.
10
Den Spiegel