De stad Vlissingen zoals zij bedoeld was Jeroen-Martijn Hangoor In de jaren twintig en dertig was Vlissingen nog de stad zoals zij bedoeld was door haar bouwers: Een hardwerkende havenstad, levendig door het bloeiende bedrijf van de Scheldewerf en haar authenticiteit omarmend in de binnenstad met haar smalle straatjes en de maandag-poetsdag schone stoepjes. Maar Vlissingen was ook een stad die haar allure liet stralen in net aangelegde perken, lommerrijke brede straten en waar het op elke dag - zelfs op zondag - druk was rond de havens en markten die zij rijk was. Hotel Goes op de hoek van het Bellamypark en de Nieuwendijk. ca. 1925 (Fotocollectie Gemeentearchief Vlissingen) nia. Vlissingen is veranderd, meegegaan met haar tijd zeggen velen, maar de foto's die ik in het Gemeentearchief bekeek, na men mij terug naar een tijd waardoor ik (als geboren Middelburger) alleen maar kon zeggen: 'Dit was toch een mooie stad.' Maar hoe ontdekken we het leven achter de foto's? Dat kunnen we alleen maar door het te vragen aan hen die het nog weten. Dit besef had de voornoemde heer Van Leeuwen al in de jaren tachtig. Hij inter viewde vele mensen die hij kende uit zijn Vlissingse jeugd en sprak met hen over die jaren van voor de oorlog. Op de cassette bandjes die hij verzamelde staan de egodo cumenten van mensen die verhalen over hun jeugd in die eerste helft van de twintig ste eeuw. Een van hen was de inmiddels overleden Jan van Ochten met wie hij be gin jaren tachtig sprak. Twintig jaar later maakte ik een afspraak met zijn weduwe, mevrouw Van Ochten geboren Van Driel, die mij meer over haar man kon vertellen. En passant vertelde ze ook over haar eigen Vlissingse jeugd en belevenissen waarna ik nog drie dagen lang het deuntje over de su- kadebollen van Piet Rossier heb lopen neu riën. Jeugd in de Slijkstraat en omgeving Jan van Ochten werd in 1910 geboren in een katholiek gezin; vader Petrus van Och ten was een geboren Vlissinger en verdien de de kost als bootsman. Moeder Elisabeth Langen was een geboren Duitse uit Keulen, zij was in de eerste jaren van de twintigste eeuw naar Zeeland gekomen zoals zoveel Duitse meisjes die hier in de huishouding kwamen werken. In 1908 traden zij in het huwelijk en betrokken een woning in de Pluimstraat achter de Boulevard. Jan was geen enig kind; de broers Van Ochten waren bekend in de Vlissingse le vendigheid waar zij hard aan meewerkten. Dat was het Vlissingen dat vele van onze oudere inwoners zich nog herinneren, en waar zij nog zoveel verhalen over hebben die de meeste mensen niet kennen. Het onderzoek dat ik deed voor dit artikel was voor mij een kennismaking met Vlissingen zoals mijn grootouders en overgrootouders het kenden. Thans is daar weinig meer van over want zeker mijn generatie - de jaren zeventig en tachtig - kent Vlissingen niet meer zoals zij bedoeld was. Wat ik nog van Vlissingen in haar oude ge daante ken, is de smederij, waar het Schel- deplein verrees, de Spuikom in haar oude ongerepte vorm en de boulevard zonder hoogbouw, maar mét een levendig Britan- 14 Den Spiegel

Tijdschriftenbank Zeeland

Den Spiegel | 2004 | | pagina 16