Mevrouw Van Ochten werd ge
boren als Cornelia van Driel,
dochter van een uit Rotterdam
afkomstige scheepsmaker en
een Middelburgse wier familie
op de Schelde werkte. Al
spoedig betrok het echtpaar
een huis aan de Scheldestraat
8, een bovenwoning van het
pand waar de kruidenier Cijvat zijn zaak
dreef. Het uitzicht werd bepaald door de fa
brieken van de Schelde aan de Aagje
Dekenstraat en de Elektriciteitscentrale aan
de overkant van de straat. De ingang van
de Schelde was natuurlijk een dagelijks
spektakel en terwijl de mannen naar de fa
brieken gingen waren de vrouwen al druk in
de weer met het huishouden. In die vroege
uren al, want het kloppen van de kleedjes
moest voor half negen gebeurd zijn; dan
gingen de heren naar kantoor.
Kleine pleziertjes
Hoewel het geen rijk leven was, en men
soms met weinig moest doen, gebeurde er
vrij veel in Vlissingen. En het leven in de
crisisjaren werd opgevrolijkt door de mu
Piet Rossier met de bewuste bakfiets, ca. 1925
(Fotocollectie Gemeentearchief Vlissingen)
'Heerlijk zijn de sukadebollen van Piet
Rossier,
maar je moet ze eerst door de suiker rollen,
dan eet je ze met plezier.'
Ook bij bakker Speckens werd met plezier
gegeten, als vader Van Driel het kon mis
sen werden er wel eens taartjes gegeten
van de bekende bakker. Drie taartjes voor
twaalf cent, weet mevrouw Van Ochten nog
glunderend te vertellen. Maar ook een ge-
lukstoffee of een schuitje van een cent bij
ijscoman Maas behoorde tot de kleine ple
ziertjes in het Vlissings kinderleven.
In diezelfde jaren was bakkerij Speckens
een bekende bakker, waar velen brood
haalden, soms letterlijk. Een oom van Jan
van Ochten was in die crisisjaren werkeloos
geworden, maar had wel een gezin dat
moest eten. Uit wanhoop stal hij twee bro-
slecht en werd veel bestolen, dan haalde ze
van achter een flesje bier en betaalden ze
met een vals kwartje of een cent met zil
verpapier. Ze hield er niets van over, maar
kon altijd wat missen.'
Dagelijkse drukte
Toen ik mevrouw Van Ochten opbelde, ver
telde ze mij dat ze niet zoveel over de fami
lie van haar echtgenoot wist. Maar nog wel
van haar eigen jeugd, die zich afspeelde
rond de Schelde. Ik maakte een afspraak
en in ons ochtendvullend ge
sprek vertelde zij zeer veel
over de Scheldestraat en haar
bedrijvigheid van ruim veertig
winkeltjes, de Glacisstraat en
haar doorgangsfunctie vanuit
de Schelde, maar ook over
kenmerkende figuren uit het
Vlissingse leven.
ziek van een pierement of door Keim die
met een piano rondreed. Natuurlijk de huis
aan huis leveranciers en bekende figuren
als de koopman Piet Rossier die allerhande
vervoersmiddelen had en daarmee ook alle
mogelijke handel dreef zoals oliebollen.
Deze verkocht hij met een bakfiets waar
een glazen kast op gemonteerd was, daar
onder tussen de brandende kaarsen lagen
de oliebollen. Heel Vlissingen kende het
versje dat (op de wijze van 'Vrolijk is het
kampeersderleven') werd gezongen bij zijn
verschijnen:
Januari 2004
17