Het belang van bet verbaal Kees Slager Ik vertel niets nieuws als ik zeg dat de geschie denis eeuwenlang is 'gemaakt' door hen die kunnen schrijven. De wijsheid 'Wie schrijft die blijft' klopt als een bus. Wie niet kon schrijven verdween geruisloos in de mist van het verle den. Niet alleen personen, maar zelfs hele be volkingsgroepen hebben zo hun geschiedenis met zich meegenomen in het graf. Soms werd er wel eens iets door de geschiedschrijvers ge noteerd over mensen en groepen die zelf niet in staat waren om hun verhaal zwart op wit vast te leggen. Maar dan bleef het toch het verslag van de buitenstaander. Door de ogen van die buitenstaander zien wij nu nog het leven van de paupers in de middeleeuwen. Hoe die mensen zelf hun le ven hebben ervaren, weten wij niet. En dat geldt niet alleen voor de middeleeuwse 'ge wone man', dat geldt in feite voor de gewo ne man (en vrouw) uit alle achter ons lig gende eeuwen. Inclusief een groot deel van de twintigste eeuw. Want al die eeuwen was er bij hen die de geschiedenis vastlegden een grote desinteresse voor het leven van gewone mensen. Daardoor is ons 'collec tieve geheugen' over de voorgaande eeu wen gebaseerd op de manier van kijken van de autoriteit. Vanuit zijn perspectief is de geschiedenis beschreven en onderwe zen. Gelukkig is daarin vanaf de jaren zestig van de twintigste eeuw verandering gekomen. Toen begonnen sommige historici het be lang van het ooggetuigenverhaal van de gewone man in te zien. Ze erkenden dat het kijken naar het verleden vanuit verschillen de gezichtshoeken een beter inzicht kan geven in de sociale processen die plaats vonden, datje zo antwoord kunt krijgen op vragen die te maken hebben met de 'nor men en waarden' (toch weer zo actueel in onze tijd). Hoe was het daarmee gesteld? Wil je daar iets over te weten komen dan heb je onvoldoende aan de - vaak ook erg droge - officiële geschiedschrijving. Dan heb je de zelf beleefde verhalen van gewo ne mensen nodig. Geschiedenis kan niet zonder verhaal. Ons woord 'geschiedenis' zegt dat in feite zelf. Volgens de Dikke Van Dale betekent 'ge schiedenis' immers: 'het verhaal van iets dat gebeurd is'. En de bekende Britse histo ricus Simon Schama zei het treffend zo: 'Zonder story geen history'. Welnu, voor die story, voor dat verhaal, moet je per definitie bij de mensen zijn die de geschiedenis aan den lijve hebben ondervonden. Die er met hun neus boven op hebben gestaan en er dus over kunnen vertellen. Kortom: de ooggetuigen. Maar omdat zelfs in onze tijd hele volks stammen er om wat voor reden ook niet toe komen om hun eigen ervaringen op pa pier te zetten moeten ze er toe gebracht worden om hun verhaal aan anderen te vertellen. Daarbij is de 'oral history' (in ons land ook wel 'gesproken geschiedenis' genoemd) een prima manier. Want daarbij worden de verhalen der ooggetuigen opgenomen op een geluidsdrager (vroeger een band, tegenwoordig een mini disk of cd). Daardoor blijven de verhalen behouden voor het nageslacht en kunnen ze gebruikt worden bij het schrijven van boeken over de geschiedenis. Of dat boek nu meteen geschreven wordt door de man of vrouw die de verhalen verzamelt of door iemand die later gebruik maakt van het opgeslagen materiaal. Aan het eind van de jaren zeventig begon ik met het verzamelen van ooggetuigen verha len onder de landarbeiders in de zuidweste lijke delta. Dat resulteerde in een nogal spraakmakend boek omdat de landarbei ders voor het eerst de geschiedenis vertel den, gezien door hun bril. Dat was een ont hutsend en schrijnend verhaal, een verhaal dat ze onder elkaar al hun leven lang had- Januari 2004 3

Tijdschriftenbank Zeeland

Den Spiegel | 2004 | | pagina 5