gedragen door tante Cor, weet mijn moeder nog. Ik leerde het gebouw van alle kanten kennen, want mijn jeugd speelde zich af in en om de kerk, trouwens, zo heette ook het mededelingenblad van de kerk. Daglicht op de bon Ik ging er naar de kleuterschool, in de jeugdgebouwen waren in de jaren vijftig twee ruimtes ingericht tot kleuterschool. De lokalen waren gescheiden door een vouw wand en, hoewel na de oorlog herbouwd, in sombere donkere tinten geverfd. Misschien waren kleuren schaars? Het was geen zwart, geen donkergrijs, maar iets er tus senin. Hoe heet zo'n kleur? Sombre? ik weet het niet, maar herinner mij juffrouw Brand, juf Paula van de Hoek, maar vooral juf Corry Poppe. Uit die tijd ken ik de oude koster Mom maas, die tot 1959 de gebouwen beheerde en schoonhield. Op het schoolplein, het pleintje van de fietsenberging, ragde ik met klasgenootjes en rolde ik naar hartelust met autobanden. Na het speelkwartier sta pelden we de banden op in het schuurtje, tot morgen. Het daglicht leek wel op de bon in de jaren vijftig, zo spaarzaam kwam er licht binnen vanuit de Rochussenstraat. Eigenlijk herin ner ik me geen inkomende zonnestralen. De ramen waren hoog en onbereikbaar en bovendien deels van matglas voorzien, zodat je als klein mannetje niet naar buiten kon kijken. Matglas ja, ook in veel deuren: mat glas. Met jongens en meisjes die je je verdere leven zou kennen, speelde je voor het eerst samen. Kees van Wieringen, Gijs Prins... Met mijn buurjongen Leo Sinke stepte ik van de Albert Cuyplaan waar ik woonde naar het schooltje. Eén zittend op de treeplank, de ander steppend. Soms de den we het stuur achterstevoren, want dan ging je harder; je moest wel eens wat... Berndie Mommaas (eig. Kahm) was een met een Duits accent sprekende, zacht aardige jongen, die tijdelijk op ons school tje zat. Hij droeg een lederhose waar wij nog veelal zelfgemaakte broeken droegen, dat weet ik nog. Na de kleuterschool zag ik hem nooit meer. Had hij een Nederlandse vader en een Duitse moeder? Hoe zaten die dingen? Toen ik navraag deed, kwam ik te weten dat Berndie Kahm in 1988 onder droevige omstandigheden in Duitsland is gestorven. Toch, ik hoor nog zijn accent... En Ko Meulmeester uit de Calandstraat werd in 1970 bij Souburg op zijn brommer door een dronkaard doodgereden... Er was centrale verwarming (thuis stookten wij kolenkachels) en één toilet. Aan de bakelieten radiatorknop hing een houten gekleurde kralenketting die om je nek moest bij toiletbezoek, zodat je kornuiten zicht hadden op een vrij of bezet toilet. Al schrijvend herinner ik mij bezigheden als prikken op zo'n vilten matje, vlechten met stroken glimmend gekleurd papier en het kleien van een eenvoudig kaarsenstan daardje met glinstertjes of rood crêpepapier voor kerst. Het blok met de (botte) schaar tjes, veel plaksel, een zwart viltbord... en Hans Ventevogel en Lenie Riemens natuur lijk, Thea Prins, Ad Feij (een achterneef), Paul Klap en mijn vriend Flip Joziasse! Gelukkig heb ik de foto nog! Handige melodielijnen Later, in de kerkbank naast mijn opa geze ten, ervoer ik al jong dat zingen een 'goed gevoel' kon oproepen. Als ik een melodie lijn goed kon vasthouden, zette opa Meijer er een tweede stem tegenaan en dan zag ik dat hij genoot! In dezelfde bank zaten be halve mevrouw en de dochters Verschoor van de dominee, mijn moeder, mijn oma, een eventuele tante en mijn broer en zusje. Kinderen mochten niet naast elkaar, want dat zorgde maar voor onrust en afleiding. De dames Verschoor hadden soms grote flamboyante hoeden, maar ook een mis troostige, zwarte oogopslag. Ik sloeg hen dikwijls gade. Zo onopvallend mogelijk. Hun moeder schreef kinderboeken over Kees van Dam wist ik. Dochter Diet moest nog schrijfster worden. Mijn vader speelde orgel in de gerefor meerde kerk van Oost-Souburg en ging ook in Vlissingen spelen. Zijn broer Adrie, diens zoon Philip en meneer Boon waren 20 Den Spiegel

Tijdschriftenbank Zeeland

Den Spiegel | 2004 | | pagina 22