Gereformeerde kerk Vlissingen ca. 1960 met
Dekker-orgel, preekstoel en doopvont.
De deur links ontsloot het portaal bij de
Dr. Ottestraatingang, de deur rechts
de consistorie (foto: particuliere collectie).
ook organist. Adrie was tevens dirigent,
Philip hoboïst en dirigent. De Feijtjes, dat
was een muzikale familie, zo sprak men
over ons. 'Assistent hulporganist ben ik,'
zei vader eens snedig, in notulen van de
Commissie van Beheer**) vond ik dat
broeder Q. Feij per 1959 begon als reserve
organist voor extra diensten.
Door mijn ogen en oren behoorde mijn
vader tot de beste organisten ter wereld.
Wat een werk, dat orgelspelen: twee klavie
ren voor de twee handen en het pedaal
voor beide voeten, registers op tijd in en
uitdrukken, muziek lezen, op tijd omslaan...
Tjonge! En als het lampje dan ineens op
lichtte, omdat de collecte klaar was, werd
terstond een eind aan het spel gebreid, in
mijn hoofd hoor ik nog de handige melo
dielijnen waarlangs mijn vader menig or
gelstukje voortijdig afrondde. Het in slechte
staat verkerende Dekker-orgel uit 1920
(mijn vader had het over 'brandhout'), nog
uit de vorige kerk afkomstig, bevond zich
boven de preekstoel. Je kon er slechts ko
men via de dienstingang Dr. Ottestraat, via
een steil trapje, meteen achter de deur
rechts, vooraan in de gang. Het lichtknop
je zat rechts en ontstak een simpel peertje.
Ik besefte dan dat ik ergens was, waar nie
mand mocht komen behalve vader en ik.
Als ik mij tijdens het 'de-kerk-uitspelen'
tussen de pijpenkasten en de windvoorzie-
ning wrong, deed ik een diepe muzikale er
varing op. De juichende orgelklanken van
pa brachten mij soms in vervoering, al wist
ik niet dat dat zo heette, ik leerde voorgoed
van orgelmuziek houden. Inmiddels woon
den wij, na de Paul Krugerstraat, in de Ver
lengde Scheldestraat. Door het ronde raam
achter de pijpenkasten zag ik niet alleen
het stukje schoolplein met het autobanden
schuurtje, maar ook moeder met de maal
tijdbereiding in de weer. Zij kon mij niet
zien, maar aan het hervatte orgelspel kon
zij horen dat de dienst ten einde liep.
Handig en praktisch ook, want dan werd er
theewater opgezet of koffie opgeschonken
en geen tijd verleuterd. Tijdens de kerk
dienst had ik, stilletjes achter de orgelbank
gezeten, glurend tussen twee gordijntjes, in
de kerk kunnen zien wie het Woord slapen
de of juist wakker tot zich nam.
Eén microfoon voor de Popgroep Boem
In de jaren zestig raakte ik bevriend met de
in 1987 overleden Martien Lolkema, zoon
van de nieuwe koster, ik zat zes jaar bij zijn
jongere zus Ans in de klas. Martien zat al
op de Chr. H.B.S. in Middelburg, fotogra
feerde en wist alles van vliegtuigen, model
bouwdozen en deed scheikundeproeven
met reageerbuisjes en pipetten, 's Zomers
speelden we onbekommerd met de bal of
op rolschaatsen in de Dr. Ottestraat met de
buurtgenootjes. Adriaanse, Trebels, Jansen,
Louwerse, Laport, Vercauteren, Smit Roe-
ters, Schoenmakers zijn voor mij familiena
men van jongens en meisjes uit de buurt.
Stand-in-de-mand, ballentikkertje, schip-
per-mag-ik-overvaren, u kent het allemaal
wel. Voor gereformeerde jongens waren
ook knutselclubs in het leven geroepen, zo
dat er onder toezicht kapstokjes en meer
April 2004
21