van dat soort handigheden gefiguurzaagd en afgewerkt konden worden. In de ruimten boven in de jeugdgebouwen, een portaal, twee zaaltjes met een overloop, waar ik ook de catechisatie en jongelingsvereniging 'Obadja' (de knapenclub) bezocht, zaagden Martien en ik in een kerstvakantie, met toe stemming van koster Lolkema, allebei een houten gitaar van meubelplaat, die we analoog aan de gitaren van The Shadows, de kleur rood meegaven. Ik probeerde vis snoer van de dierenwinkel in allerlei dikten als snaren, maar Martien kocht een setje echte snaren. Met een Hudora-rolschaats- sleutel werden de snaren enigszins op spanning gebracht. Maar ja, geen klank na tuurlijk, hoewel, bij Martien... En zo waren wij leuk bezig en verkeerde ik weer, buiten de normale uren om, op plaatsen waar nie mand anders kwam en waar wij vrijelijk be schikten over veel hout. De kosterswoning ken ik van binnen en van buiten, 's zondags koffie na de kerk, met cake of appeltaart bij de hartelijke familie Lolkema. 'Ha Henk, hoe is't?' 'Goed!' 'Mooi!', riep koster Lolke ma steevast: hij heeft het wel honderd keer gevraagd, maar hij kon toch ook flink boos zijn op Martien. In een andere school vakantie was de kerk weer ons speelterrein. Verstoppertje, waarbij wij in het donker over de gehele kerk konden beschikken, inclusief de drie galerijen. Dolle pret! Ook het kerkinterieur met steigers en een dikke laag stof binnenin vanwege de interieurver bouwing in 1964 ken ik. Er kwam een nieuw orgel van Van Leeuwen uit Leiderdorp en dat werd in 1966 tegen over de preekstoel, op de middengalerij ge plaatst***). Het sombere interieur, in 1929 had de Vlissingsche Courant geschreven: '...terwijl de banken en de portalen in don kere tint gebeitst zijn, wat een rustigen in druk aan het geheel geeft...,' was eindelijk opgelicht met groen gemêleerde Heugafelt- tegels in de gangpaden, lichte vloeren, matzwarte houten stoeltjes, witte muren met schrootjes en een extra lamp in de kroonluchters. Zo verdween het orgelfront waarvan ik, vanuit de kerk steeds opnieuw beginnend, de pijpen had geteld tijdens de preek (het waren er 69). Zo verdween ook de sombere preekstoel met de tot mijn ver beelding sprekende antiekaandoende koperen halve eitjes als microfoon. Twee eitjes waren het: zeker één voor de ene kant van de kerk en één voor de andere Eerste en enige optreden van de Popgroep Boem, 4juni 1966 v/m Leger des Heilsgebouw (let op de preekstoelmicrofoon), v.l.n.r: Henk Feij, Henk van der Hoeven, Kees van Wieringen, Finus de Ridder (foto: Wim Blaasse). 22 Den Spiegel

Tijdschriftenbank Zeeland

Den Spiegel | 2004 | | pagina 24