er voor korte tijd meester van, totdat het in
1661 door de Royal African Company in
bezit werd genomen. Wat de Koerlanders
op Tobago betreft, meldde de Waalse pre
dikant De Rochefort dat 'ces Allemans' (die
Duitsers) zich in 1661 hadden teruggetrok
ken. De hertog protesteerde, maar de
Engelse koning was niet bereid hem in zijn
voormalig bezit te herstellen. Terstond wend
de de hertog zich tot de Staten-Generaal
om de teruggave van Tobago af te dwingen.
Zeeland
Rond deze tijd vormden de Engelsen een
nog grotere bedreiging, zowel in het
Caraïbische gebied, als in West-Afrika. Om
deze reden wendden de Lampsins zich tot
de Staten-Generaal waar zij geen bescher
ming van kregen. Ook al was Cornelis oud
burgemeester van Vlissingen en permanent
afgevaardigde voor de provincie Zeeland bij
de Staten-Generaal, zijn verzoeken waren
tevergeefs. Maar dankzij contacten met de
Nederlandse ambassadeur aan het Franse
hof, eveneens een Zeeuw, raakte Lodewijk
XIV wél geïnteresseerd. Hij stuurde hulp, zij
het op voorwaarden, en Cornelis bood hem
bij gelegenheid aan om het eiland tot een
Franse baronie te verheffen met dien
verstande, dat het erfrecht aan hem, en zijn
nageslacht toe zou komen. Tegen forse
betaling wist hij van de Zonnekoning een
Lettre Patente (open adelsbrief) te verkrij
gen, waarin hij tot Baron van Tobago werd
verheven. Ook al deed oude adel nogal
neerbuigend over het buitenlandse blauwe
bloed - zeker over het Franse dat bekend
Detail van een zeegezicht op Vlissingen met het Lampsinshuis, 1669, olieverf op doek van Petrus Segars
(Collectie muZEEum,Vlissingen)
14
Den Spiegel