versterking van het eiland. Een nieuw ge bouwd fort, vlakbij de plek waar eens Nieuw Vlissingen had gestaan, heette voor taan Sterreschans. Het was een stervormig fort met vier bolwerken, plus een kleine buitenpost op een heuvel vanwaar men de baai kon overzien. Hoewel er nog verster kingstroepen werden gezonden, landde er eind 1677, na twee vergeefse aanvallen, weer een Franse vloot van éénentwintig schepen. De Nederlandse verdedigers be schikten over slechts zevenhonderd man en vijf schepen. Deze keer vielen de Fransen vanaf de landzijde aan. Een Franse 'vuur bol' viel naast het kruitmagazijn van het fort en door de enorme explosie werden ad miraal Binckes en ruim een derde van zijn mannen gedood. Van de zestienhonderd mensen over wie Binckes aanvankelijk had beschikt, waren er geen zeshonderd meer in leven en wie niet als gevangene naar Martinique werd overgebracht, vluchtte naar Barbados. De slaven waren, voordat de strijd uitbrak, in scheepsruimen opge sloten om vluchten te voorkomen. Zij stier ven een gruwelijke dood in de schepen die in brand werden geschoten. De Fransen verwoestten wat er van de Sterreschans over was en verlieten het eiland. Deze ramp markeerde het definitieve einde van de Nederlandse pogingen om van Tobago een Nederlandse kolonie te maken. Koerland De nimmer aflatende Koerlandse hertog maakte bij de vrede van Nijmegen in 1678 opnieuw aanspraken op Tobago, maar de ze keer kreeg hij van de Britten nul op het rekest; de Fransen behielden Tobago. Toch kwam het eiland in de jaren 1681 nog heel even terug in Koerlandse handen ook al was, alweer volgens Engelse bronnen, één van de laatste Koerlandse gouverneurs 'een idoot en willekeurig in zijn handelen'. Het is alleen de Dood gelukt om Jakob te dwingen, zijn strijd te staken. Om de Hollanders en de Zeeuwen te dwarsbomen, deed hij nog een allerlaatste poging om het Koerlandse oorlogsschip De Balein tegen de Neder landse vloot uit te rusten. Het was echter tevergeefs, in 1682 blies hertog Jakob, oneerbiedig gezegd, de kraaienmars. In 1687 werden er nog Koerlanders op Tobago aangetroffen, maar Jakobs zoon Friedrich Kasimir verkocht wat er nog aan Koerlandse bezittingen over was aan de Britten. Voortaan wapperde afwisselend de Franse, maar voornamelijk de Britse vlag op het eiland totdat het in 1976 tot een onafhankelijke republiek werd met het naburige eiland Trinidad. Naschrift Dit artikel werd voor deze publicatie bewerkt door J.-M. Hangoor, Middelburg Geraadpleegde literatuur Broersma, S., Oost-Europa dient zich aan: Menschen en landschappen in Litauwen, Letland, Estland, Lochem 1938 Hangoor, J.-M., De mast gebroken, de zeilen gestre ken - korte geschiedenis van het geslacht Lampsins van de 16e tot in de 20e eeuw. In: Den Spiegel, jaar gang 20 (2002), no. 4 Westerloo, Gerard van, Wit vel, zwarte ziel. In: De Groene Amsterdammer, 24 juni 1998 Menkman, W.R., Tobago. Een bijdrage tot de ge schiedenis der Nederlandsche kolonisatie in tropisch Amerika. In: de 'West-Indische Gids'1939/1940 - Menkman, W.R., De Nederlanders in het Caraibische Zeegebied waarin ueruat de Geschiedenis der Nederlandsche Antillen, Amsterdam 1942 Oostindie, Gert, Het paradijs overzee - de Nederlandse Caraïben en Nederland, Amsterdam 1997 Conneau, Theophilus, Slavenhaler - het originele manuscript uit 1853 van kapitein Theophilus Conneau, Amsterdam 1978 16 Den Spiegel

Tijdschriftenbank Zeeland

Den Spiegel | 2004 | | pagina 18