Op 18 mei 's morgens arriveerde ook prins Heinrich van Pruisen, broer van Wilhelm, per trein in Vlissingen waar hij aan boord ging van de dagboot van de Stoomvaart Maatschappij Zeeland naar Engeland, 's Avonds kwamen prins Paul en de prin sessen Irene en Helena van Griekenland op doorreis naar Engeland, te Vlissingen aan. Bij Buitenlandse Zaken in Den Haag had men het er maar druk mee. Op 13 mei vroeg de Duitse legatie om medewerking bij de doorreis van Wilhelm. Op dezelfde dag kreeg Buitenlandse Zaken bericht dat de keizer op 17 mei in Vlissingen zou aan komen. Het ministerie gaf die mededeling direct door aan koningin Wilhelmina. Die kreeg een dag later ook de aankomsttijden van de keizer te Gennep en Vlissingen door. Justitie (beveiliging), Financiën (douane), Waterstaat (vervoer) en Marine (Loods wezen) kregen daarvan ook bericht. De douane in Gennep en Vlissingen kreeg bevel hoe gehandeld moest worden. Koningin Wilhelmina wilde generaal Van Heutsz ter begroeting naar Vlissingen af vaardigen. Dat ging echter niet door want de keizer wilde geen officiële ontvangst. Bij die weigering zou de fortenkwestie rond Vlissingen wel eens een rol gespeeld kun nen hebben. In de troonrede van 1909 had onze regering namelijk aangekondigd de kustverdediging te willen versterken o.a. door de bouw van een fort bij Vlissingen (fort De Ruyter). Dat zou moeten voorkomen dat Engelse troe pen, in geval van een Duitse opmars door Belgie, naar Antwerpen konden opstomen om de Duitsers in de flank aan te vallen. Engeland en Frankrijk meenden dat het fortenplan onder Duitse druk was inge diend. Wellicht weigerde Wilhelm een offi ciële ontvangst om die verdenking weg te nemen. De hoofdrolspeler vertrok uiteindelijk op 17 mei om 19.00 uur uit Berlijn. Over het net van de Kaiserliche Eisenbahnen ging de reis via Maagdenburg en Dortmund naar Wesel. Daar werd de trein overgenomen door de Moord-Brabantsch-Duitsche Spoor wegmaatschappij (NBDS) voor het traject naar Boxtel. Van daar bracht een locomo tief van de Staatsspoorwegen de trein naar Vlissingen waar hij om 10.11 uur aan kwam. Voor de heen- en terugreis ontving de Staatsspoorwegen op 2 augustus 1910 uit Berlijn een bedrag van 2.019,22. Het station aan het Stationsplein, 1894. (Fotocollectie Gemeentearchief Vlissingen) 18 Den Spiegel

Tijdschriftenbank Zeeland

Den Spiegel | 2004 | | pagina 20